Het nieuwe van opa Wursing
In de vierde eeuw werd het christendom de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk. Door de opkomst van Germaanse rijken verbrokkelde het Romeinse Rijk. De Volksverhuizing in de vijfde en zesde eeuw zorgde voor ingrijpende etnische verschuivingen. Dit had ook gevolgen voor het christendom dat literaire mensen nodig had voor haar schriftcultuur en liturgie. Sterk was het oude stam-denken.
Liudger groeide op met verhalen over de Friese koning Radboud (670-719). De grootvader van Liudger heette Wursing. Die was een belangrijke rechter en hoorde tot de Friese elite. Wursing bezat grond in Naarden, Muiden, Utrecht en Breukelen.
In 708 wilde Radboud Wursing gevangen nemen. Met vrouw Adelgarda en zoon Nothgrim vluchtte hij naar Luik, naar de Frankische hofmeier Grimoald de Jongere. Die gaf hun landgoederen in leen nadat ze zich hadden laten dopen.
Toen Radboud Wursing beloofde diens land terug te geven, keerde zijn zoon Thiadgrim terug. Deze werd in de hofhouding van Radboud opgenomen en trouwde Liafburg.
Wursing keerde pas terug na de dood van Radboud toen zijn gebied bij de Vecht tot het Frankische Rijk hoorde. Thiadgrim en Liafburg zijn de ouders van Liudger.
Gastvrij ontving Wursing Willibrord.