Het nieuwe bij Gregorius en Alcuïnus

Het nieuwe van zijn directe voorouders was de overgang naar het christendom. Willibracht en Thiadbracht, twee broers van Liafbug – de moeder van Liudger – hoorden bij de eerste Friese priesters.

En het nieuwe voor Liudger? Hij werd geboren in Zuilen, bij Utrecht. Toen hij zes jaar was werd hij toevertrouwd aan Gregorius, de abt van het klooster in Utrecht. Deze had zich op 15-jarige leeftijd bij Bonifatius aangesloten. De jonge Gregorius mocht mee op missietochten onder de Friezen en naar Rome. Liudger maakte daar de oude Bonifatius mee. Op latere leeftijd schreef Liudger uitvoerig over abt Gregorius. Hij noemde Bonifatius en Gregorius zijn grote voorbeelden.     

Ook de ontmoetingen met Alcuïnus waren voor Liudger een nieuw hoofdstuk. In 767 werd Liudger in York diaken gewijd. Hij kreeg toen in de befaamde kathedraalschool, die als beste van West-Europa werd beschouwd, les van Alcuïnus, een breed ontwikkelde geleerde, familie van Willebrord. Liudger bleef eerst een jaar en later nog drie jaar bij hem. Alcuïnus leerde Liudger te blijven studeren. Liudger bleef ook als missionaris met Alcuïnus corresponderen. Van Alcuïnus leerde hij niet alleen filosofie en theologie, maar ook integer leven. Geloof moet komen van binnenuit. Hij kreeg de leiding van de hofschool van Karel de Grote, was diens leermeester en raadgever. Alcuïnus was tegen dwangdoop, maar dacht Karel de Grote anders over…