Preek van 20 maart 2022

PREEK 3e zondag 40 dagentijd C -19-20 maart 2022

Exodus 3, 1-8a.13-15; 1 Korinthe 10,1-6.10-12; Lucas 13, 1-9    kompas

Ze komen deze dagen steeds vaker weer boven drijven, de namen van Edith Stein en van Titus Brandsma. Misschien wel het meest omdat de laatste, de boerenzoon van een buurtschap bij Bolsward, straks, 15 mei in Rome heilig wordt verklaard. En ja, natuurlijk – ze worden méér dan ooit genoemd, omdat ze allebei in de 2e wereldoorlog omgebracht werden. De beelden die nu dagelijks voor onze ogen verschijnen, doen sterk aan hen denken. Er is deze week een boekje uitgebracht: van Titus Brandsma tot Edith Stein. Natuurlijk vraag je je af, in een tijd als deze, hoe we naar deze mensen kunnen kijken, in een tijd dat zoveel onschuldige mensen het leven moeten laten. En geloof me, natuurlijk gaat de overweging niet alleen over de oorlog, maar even voor ons beeld: Misschien kent u de verhalen: Titus Brandsma: kloosterling bij de Karmelieten ingetreden, journalist; protesteerde in zijn artikelen tegen de Duitse dreiging, tegen de Jodenhaat, en vooral schreef hij over zijn geloof als houvast. In 1942 stierf hij in Dachau. Edith Stein: Joods-Duitse filosofe, die als jongste van 11 kinderen eerst atheïste werd, 4 studies afrondde en vrijwilligster werd bij het Rode Kruis in Duitsland. In 1922 werd ze katholiek, ongeveer 30 jaar oud, trad in 1934 in bij de Karmelietessen. Haar zus Rosa ook, wat later. Om aan de Jodenvervolging te ontsnappen, woonden ze in het klooster in Echt, in Limburg. In 1942 werden ze opgepakt en naar Auschwitz gedeporteerd. In 1998 is Edith Stein heilig verklaard. Twee verhalen van mensen, zoals er ooit na deze oorlog, talloze boeken en verhalen zullen verschijnen van Oekraïense mensen met deze ervaring. Maar wat mij uit een tekst van Edith Stein in 1940 opviel is deze zin: Houd vooral en steeds de blik op het kompas gericht, Zij wijst jou de richting, –

Vertrouw je aan God toe -waarbij het geweten waakt.

Het kompas. We schrijven de 3e zondag van de 40dagentijd: en we verplaatsen ons naar Mozes die met zijn volk in Egypte verbleef…. Het ging slecht met de Israëlieten. Tot Mozes richt God dit woord: “Ik heb de ellende van mijn volk gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord, ja, ik ken zijn lijden. Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van Egypte’’. God daalt af… maar als we eerlijk zijn: toch lijkt het soms alsof God de ogen sluit wanneer mensen lijden. Daarom dat vaak in oorlogstijd er een innerlijke roep tot God is: Waarom zwijgt U?? Waarom laat U dit gebeuren? Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig?? Er is iets raars aan de hand: God kiest voor het leven en de ene mens doodt de andere. Toen God zich aan Mozes te kennen gaf bij dat brandende braambos, gaf Hij later bij de Sinaï aan Mozes en het volk een ‘to-do-lijst’ mee, een kompas: de tien geboden. Daarin zegt Hij: “Ik ben de Heer uw God, die u uit Egypte heeft bevrijd”- Ik wijs je de weg. God is dus niet onverschillig. Wanneer hij aan Mozes zijn naam bekend maakt drukt hij zijn nabijheid uit: “Ik ben die ben. Ik ben er, ik ben met jou begaan.” God is dus de grote aanwezige in alle boeken van het Oude Testament. Soms is Hij tussen de mensen, soms is Hij de verborgene, soms wordt Hij aanbeden en geloofd, soms ook vervloekt. Maar God als kompas is niet weg te denken uit de geschiedenis. De God van Israël is vergevingsgezind, genezend, bevrijdend, maar ook degene die gerechtigheid beoefent. We zien: onrecht is van alle tijden: als mensen met vragen komen bij Jezus in het evangelie, confronteren ze hem met slecht nieuws. De politieke situatie was ook toen gespannen, een tijdbom. Maar Jezus roept niet tot opstand op, hij wijst een andere weg, niet van het wapengekletter, niet van het zwartmaken van anderen maar de weg naar bekering. Bekering is een heel ouderwets woord. Jezus toont zijn leerlingen en het volk wat de goede weg is. Kompas! Natuurlijk is Hij bezorgd, bang voor opstand en vernietiging van het land. Kan er niets gedaan worden? We zien en horen ze: de verhalen van vluchtende mensen en velen denken misschien: Het heeft toch geen zin dat ik wat doe. Maar tegen deze houding van onverschilligheid, protesteert Jezus met de gelijkenis van de vijgenboom. Samen kijkt hij met de wijngaardenier naar de boom: geen vijg te bekennen. Daarom beveelt de eigenaar de wijnbouwer de boom om te hakken. Toch pleit de wijnbouwer om de boom nog een jaar te laten staan. Misschien brengt hij dan vruchten voort. Deze hoop leeft bij hem. Als God geduldig en vergevingsgezind is, waarom wij dan niet? Het kompas van ons, christenen, wijst naar mildheid, vredelievendheid, barmhartigheid – nu meer dan ooit.

God zelf is de wijnbouwer die niet omhakt maar kansen ziet – Hij vertrouwt ons…Hij gaat uit van onze trouw, van onze verantwoordelijkheid, zoals ooit Titus Brandsma en Edith Stein die hebben genomen. Zij kwamen óm door het onrecht van mensen – van mensen die hun geloofskompas totaal kwijt waren geraakt. Die zijn er nog steeds, we zien ze dagelijks voor ons. Maar laten we in deze 40 dagentijd met Paulus mee-vertrouwen op God en op Christus, opdat wij het goede doen, opdat ons geweten waakt (zoals Edith Stein zo mooi bad) en opdat we ook een kompas zijn voor de volgende generaties, voor vertwijfelde mensen die in ons land komen schuilen, een kompas voor de wereld die een weg zoekt naar de toekomst. Door de woestijn naar Pasen, naar het licht. Amen.