Preek van 20 februari 2022

Het was wel hééél opvallend deze week dat er zoveel verschillende verhalen tegelijk rondzongen over geweld – niet alleen waren er BN-ers, een zanger, zangeres – agressief uit hun slof geschoten te zijn en opgepakt, maar de meldingen van grensoverschrijdend gedrag kunnen bijna al niet meer geteld en dan spreken we nog niet over de wederzijdse dreigende opmerkingen van Rusland naar het Westen en andersom – en tenslotte: het feit dat er te weinig opvangplekken zijn voor mensen die wegens huiselijk geweld een onderdak zoeken, maakt de lijst helemaal compleet. Tjonge jonge. Wat is er aan de hand? We hebben in coronatijd wel vaker geconstateerd dat mensen ‘een kort lontje’ hebben, maar nu is het lontje wel heel erg kort – voor je het weet vliegen de vonken ervan af, is er een binnenbrandje tot bijna een vlammenoorlog. Wie wil dit? Wie wil dit? Er zijn natuurlijk clichés die de ronde doen: ja, kwaad wordt iedereen wel eens. – Ach ja, soms moet het er even uit… – och, oorlog is van alle tijden.
Ik weet niet hoe u er tegenaan kijkt, maar ik griezelde deze week bij de beelden van Nederlands-Indië eind jaren 40 met alle gruwelijkheden die daar onnodig hebben plaats gevonden. Dit zijn geen korte lontjes meer, dit is bruut geweld.
De Bijbellezingen vandaag vertellen niet echt een ander verhaal –
Het voorbeeld van Saul en David is ook een verhaal van ingehouden agressie en jaloezie. Het lontje is kort. Saul, door Samuël tot koning gezalfd, voelt zich door God verlaten en voelt zich bedreigd door zijn succesvolle legeraanvoerder, de harpspeler David. Niet zomaar: David is immers door Samuël gezalfd als Gods toekomstige koning. Dan krijgt David de kans om in één keer met zijn vijand Saul af te rekenen. Maar hij doet het niet. Niet het korte lontje maar zijn warme hart, barmhartig, doet hem besluiten Saul niet te doden. David belijdt dat, zoals hijzelf Saul gespaard heeft, God ook hem zal sparen!
In het evangelie komt Jezus in zijn veldrede, tot de kern van de hele Thora, de hele Joodse wet: Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de Heer. Heb ook vreemdelingen lief als je zelf, want je bent zelf vreemdeling geweest in Egypte”. Jezus breidt dit uit tot ‘Heb zelfs je vijanden lief’. Met andere woorden: je kunt niet anders dan de ander recht doen, liefdevol behandelen. In de ander – ook in je tegenstander – is het de kunst de mens blijven zien die hij is. Jezus zegt: Het minimum van wat gevraagd wordt, is: Behandel anderen zoals je wilt dat ze jou behandelen’ maar Jezus vraagt eigenlijk een maximum: “Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is’. Concreet bedoelt Jezus dus: heb je vijand lief, doe goed, bid, reageer ontwapenend, geef, leen uit zonder terug te verwachten. Ga creatief om met je ‘tegenstander’: (ver)oordeel niet, probeer te vergeven en te geven zonder limiet.” Oef, dat is andere taal.
Zo’n richtlijn ‘Heb je vijanden lief’ is in onze tijd in elk geval niet iets voor softies, eerder voor creatieve, moedige mensen. En ‘je vijanden liefhebben’ betekent niet dat we verschillen van inzicht of van belang kunnen wegmoffelen of machtsverschillen ontkennen. “Die andere wang”, die uitgestrekte hand, dat geweldloos verzet, is ook niet iets voor alleen maar naïeve mensen. Daar is juist moed voor nodig en strategisch inzicht, maar ook een lang lontje om stappen te zetten naar de toekomst zoals God die voor ogen heeft. Van Jezus leren we dat er maar één weg naar vrede is en dat is de weg van elkaar respectvol benaderen, van conflicten tot rust brengen zonder bloed vergieten.
Natuurlijk denken we: wat moet je in deze tijd met dit soort teksten? De bijbel is in elk geval een boek om ons op een weg van vrede te zetten: Er gebeurt van alles in: er wordt geloofd en geklaagd en gebeden, maar er is ook dreiging, wraak, vijandschap, onrecht. De bijbel begint in het scheppingsverhaal met een boodschap van harmonie en eindigt in het laatste Bijbelboek van de Openbaring met een droom over een nieuwe stad van vrede. Maar die lange geschiedenis door staan vele bladzijden vol met gevoelens van strijd, oorlog en vijandschap. Is er inmiddels afgerekend met de korte lontjes?
Afgelopen december overleed Desmond Tutu, Zuid–Afrikaanse aartsbisschop tot 1996. Hij streed tegen de apartheidspolitiek en werkte samen met Nelson Mandela aan vergeving en verzoening met wie hen zoveel onrecht was aangedaan. In die strijd tegen racisme had hij steeds voor ogen dat elke mens door God geliefd is en dat elke mens Gods evenbeeld is. En nee… we zijn geen heiligen, we zijn niet alleen maar de nederigheid en de rust zelve, maar… onze lontjes kunnen ook veel liefde teweegbrengen, veel positieve energie, veel warmte en licht. Er staat een nieuwe tijd voor de deur: laten we het vuur ontsteken om het mooie van het leven met elkaar beleven. En laten we daar vandaag maar mee beginnen. Amen.

PREEK 7e zondag door het jaar C – 19-20 februari 2022
1 Samuel,26,2.7-9.12-13.22-23; 1 Korinthe 15, 45-49; Lucas 6, 27-38