Preek van 13 februari 2022
PREEK 6e ZONDAG door het jaar C – 12-13 februari 2022
Jeremia 17,5-8; 1 Korinthe 15,12.16-20; Lucas 6, 17.20-26
Misschien hebt u het deze week ook een beetje gevolgd: de prestaties van de sportmensen bij de Olympische Spelen in Peking. Wat knap, wat ongelooflijk knap. Onze NL-schaatsers op de allereerste plaats. Diep respect. En meerdere keren bij de commentaren kwam langs wat zij aan condities in huis moeten hebben om dit te kunnen: technisch goed zijn, tactisch in orde zijn, fysiek sterk zijn en zeker niet minder mentaal. En natuurlijk, als gelovigen zijn wij eerst gericht op dat mentale: hoe houd je vol? Hoe sta je aan de start? Hoe houd je je hoofd erbij en hoe duw je de druk en de spanningen weg?
En dát zijn dan sporters, maar daarbij kunnen we ook denken aan mensen in de zorg, bij de politie, mensen in oorlogslanden en armoedegebieden: hoe houden ze het vol? En ja, dat geldt in feite natuurlijk altijd voor mensen – ook voor ons – waar halen we de stroom, de moed, het uithoudingsvermogen, de mentale kracht vandaan om b.v. door een ziekte heen te komen? Of door de eerste tijd na een overlijden? Of als je man of vrouw in een verpleeghuis zit? Niet lang meer te leven heeft? Of door de coronaperikelen? Om je levensvreugde, je bedrijf, je opleiding, je doelen niet los te laten maar weer op gang te krijgen of tot een goed einde te brengen? Hoe doe je het? Is het vooral goede keuzes maken? Is het alleen maar GELUK als het je lukt?
De lezingen deze dag geven ons toch wat ondubbelzinnig antwoord op die vragen: nee, het is niet alleen maar GELUK, alsof je een lot uit de loterij trekt – het kan toch niet zo zijn dat mensen in moeilijke landen dan altijd het slechte lot trekken? Nee, zegt ons de profeet Jeremia en zegt Jezus in zijn veldrede:
Alles, alles, alles staat of valt met wie jij je verbindt… aan wie jij je laaft en optrekt, door wie jij je laat inspireren.
Misschien een mooi beeld: In deze laatste halve eeuw heeft ongeveer iedereen heel veel draadjes in huis: stekkers, stopcontacten – alles is elektrisch. Handig, je plugt in en je hebt stroom. Maar in het digitale tijdperk is steeds meer apparatuur draadloos – we zien het aan de muizen van onze computers – je hebt nog enkele mét draad maar de meeste zijn ‘zonder’ draadje’ – maar die zijn onzichtbaar wel degelijk verbonden, krijgen dezelfde toevoer – kunnen evenveel…
En misschien is dit wel tekenend met hoe we tegenwoordig met ons geloof omgaan. Waren we vroeger echt allemaal zichtbaar met God verbonden- in woord en daad, in uiterlijke tekens en door elke zondag naar de kerk te gaan – nu lijkt het sóms alsof de verbinding verbroken is – niet door God, maar vaak onbewust door ons. En dat heeft alles met vertrouwen te maken. Deze muis zonder draadje – die kun je vertrouwen – middels wifi of bluetooth werkt ie gewoon, je ziet er niets van- God is onzichtbaar met ons verbonden, als wij dat toelaten. Vervloekt wie op mensen vertrouwt, zegt Jeremia. Hij zegt daarmee niet dat we ons vertrouwen in mensen maar moeten laten schieten om alleen maar op God te vertrouwen. Maar Jeremia zag wel ontelbare mensen die alleen vertrouwden op zichtbare rijkdom, macht, geld, op wat telbaar en meetbaar is; Als je daarop vertrouwt, kom je uit bij winstbejag, wapens, onderdrukking, grensoverschrijdend gedrag. En daar wordt iedereen duidelijk heel ongelukkig van. Gelukkig de mens – zegt de profeet – die gaat voor het onzichtbare: die houdt vol door geestkracht, moed, liefde respect, vriendschap. Daar kun je draadloos gebruik van maken! Jeremia houdt een pleidooi voor het drinken aan de bron van God zelf: als je daarop aangesloten bent, ben je als een boom die zijn wortels in water heeft hangen. Gods bron is onuitputtelijk, blijf daarom bidden, inademen, dan leef je echt, dan ben je gezegend. Natuurlijk hebben we allemaal wel eens het gevoel, dat je de aansluiting mist. Je wortels strek je uit, maar je vindt geen stroom. Je voelt je boom verdorren, misschien is er al een tak afgebroken. Je voelt je niet meer heel. Maar net als een fysiotherapeut na een operatie, ondanks dat de patiënt er geen vertrouwen in heeft, toch blijft oefenen en vooruitgang boekt, zo gaat het ook met het vertrouwen in het onzichtbare, in God. Oefenen met vertrouwen. De Evangelist Lucas doet daar nog een schepje bovenop. Jezus zegt: Het zijn vooral de armen, degenen die hongeren en bedroefd zijn, die dit zullen ontdekken. Is dat raar? Juist mensen die iets missen, die voelen dat er iets ontbreekt, dat er een leegte is, zoeken. En allemaal voelen we ons van tijd tot tijd bij die groep horen. En ja, wie iets mist, ontdekt die nieuwe wortel aan je boom, eerder dan rijke en gezonde mensen. Niets gaat vanzelf, maar er is altijd hoop. Het vraagt oefening en volhouden, en God blijft onzichtbaar bereikbaar.
Nee, we zijn vast niet allemaal technisch goed, tactisch slim, fysiek sterk en ook nog mentaal in goede vorm. Maar…we kunnen ons wel opladen – en dat hoeft niet zichtbaar – dat is niet meer ‘cool’ in deze tijd – we doen het onzichtbaar maar o zo verbonden. En ja, we zijn gezegend, gelukkig, we boffen, als we ontdekken dat we door God zelfvertrouwen krijgen, hoop voor de toekomst en krachtig genoeg zijn om veel te kunnen hebben. Een goede boom valt niet zomaar om en eerlijk is eerlijk: in ons land is water genoeg! Amen.