Overweging van 2 januari 2022
PREEK KERSTMIS 2021
Er zijn veel versies van ‘woorden-van-het-jaar’ 2021:
Natuurlijk: Het coronajaar, het prikjaar, het lockdownjaar… maar ook het Max Verstappen-jaar, het Olympisch jaar … of: het kindertoeslagen-jaar en niet te vergeten: het ‘natte jaar’: heel veel regen gevallen, Limburg overstroomd…
Maar er was nog veel méér…Er was ook veel gebrek aan huizen… bij de nominatie van het woord van het jaar was ook het woord ‘woonprotest’.
Nu kennen we dit in Nederland en in veel meer landen: ooit klonk in 1980: geen woning, geen kroning – weet u het nog? – maar toch voelt het anno 2021 anders. Komt dat door de covidomstandigheden? Komt dat omdat ons land toen 14 miljoen mensen telde en nu 17,5 miljoen? Komt ‘t omdat we meer thuiswerken en meer ruimte voor onszelf nodig hebben? Omdat we méér zijn gaan hechten aan een goede keuken, badkamer, comfort? Wat is het?
We vieren Kerstmis, Kerstmis 2021… en we vieren wat Kerstmis ten diepste is: dat God in ons, in onze wereld, is komen wonen. Hij zoekt zich een dak, een plek, een ruimte waarin Hij ons kan inspireren, kan troosten en uitdagen.
In een wereld waarin niet alleen de woningmarkt maar eigenlijk alles gedomineerd wordt door economie, door – eerlijk is eerlijk – de heerszucht en de geldzucht van mensen, door eigenbelang, is het niet gemakkelijk om je ‘te settelen’ op aarde.
Er zijn helaas veel stallen, loodsen en kazernes, veel schuren, tenten, kelders waarin mensen verblijven in de hoop een keer veilig en warm te kunnen wonen.
Talloze mensen raakten dit jaar dakloos door natuurgeweld. Verschrikkelijk. De operatie aardbevingsschade-herstel laten we nog maar ongenoemd.
Aan kinderen alleen al zie je hoezeer hun huis belangrijk voor hen is: een open deur, een eigen plek, ruimte om tegen iemand aan te kruipen of je juist even te verstoppen, de rust om je boekje te lezen of een spelletje te doen.
Het lijkt vanzelfsprekend, het is het niet. Sterker nog:
Kerstmis leert ons dubbel dat er ook nauwelijks woonruimte voor God meer is – en nee, Hij komt niet met grote verhuiswagens, met pracht en rijkdom naar ons toe, niet met harde wooneisen en extreme woonwensen, maar in solidariteit met allen die moeten afwachten – ‘weerloos als een kind’, als een kind, even weerloos als een vluchteling, als een mens in nood, als een vreemde die niet meetelt. De keiharde werkelijkheid van Kerstmis is dat in veel landen en op veel plaatsen er geen plaats was en is voor de geboorte van God, geen plaats voor Jezus. En de grote vraag vandaag is: Is er bij en in ons wèl plaats voor Hem, zodat wij zijn liefde en zijn hoop kunnen delen met medemensen? Hier, nu?
Als we iets leren van deze coronatijd, van wat we zien aan zorginfarcten en klimaatverschuivingen, dan is het wel dat juist liefde en hoop belangrijk zijn, liefde van en voor onze naasten, hoop dat er een betere tijd komt. En dat kun je niet kopen, niet in essentiële, niet in niet-essentiële winkels. God staat voor ‘liefde’, voor ‘hoop’ en wij kunnen Hem huisvesten in zelfs de kleinste ‘tiny’ houses waar ons leven zich afspeelt. God is daar waar wij elkaar liefde en hoop aanreiken. Laten onze harten&huizen kersthuizen zijn! Zalig Kerstfeest! Amen.