Lees hier de overweging van 7 april 2024!

PREEK 2e zondag van Pasen B – 6 en 7 april 2024

Handelingen 4,32-35; 1 Johannes 5,1-6; Johannes 20,19-31

We zeggen ‘t heel vaak tegen elkaar: kregen we vroeger discussies, soms zelfs ruzie als het op verjaardagen over politiek of over de Kerk ging, tegenwoordig zeggen we vooral als het over de kerk gaat: geloven is iets heel persoonlijks.

Dat is het ook. Dat is ook de kern van geloven: je persoonlijk aangesproken voelen – je hebt dat ‘gen’ of niet, je hebt die antenne of niet, je voelt dat aan, of niet, je hebt er iets mee, of niet… dat zien we zelfs al in kinderen en jongeren terug, die vaak van hun ouders naar de kerk moeten of Eerste Communie of het Vormsel ontvangen: de één vindt het super, de ander is blij als het voorbij is.

Als we iets zinnigs over ‘geloven’ kunnen zeggen, dan is het wel dat het een relatie is, het woord ‘religie’ betekent ook ‘verbinding’, de antenne staat aan of niet. Geloven is eerst en vooral ‘geraakt’ worden, door iemand, door iets, dat kan ook een afbeelding of een muziekstuk zijn, een lied, iets dat ‘binnenkomt’ en iets doet bewegen in ons hart.  Zo kunnen we vandaag ook stilstaan bij de lezingen van deze Beloken Pasen, bij het evangelie waarin Thomas de hoofdrol speelt, Thomas, die bij ons bekend staat als degene die het eerst met eigen ogen nauwkeurig wilde zien. Hij moest Jezus eerst in levenden lijve gezien hebben, met de wonden in zijn handen en zijn zijde. En zo niet … dan zou hij, zo vertaalt de oude vertaling terecht, geenszins, ‘absoluut niet’ geloven dat Jezus was opgestaan. Thomas heeft een andere antenne, zou je zeggen, zit op een andere golflengte als zijn medeleerlingen. Tomas wil eerst zien en dan geloven. Die behoefte herkennen wij wel. ‘Kreeg ik maar eens een teken of zo …’ verzuchtte iemand eens. Maar hier zegt Jezus tegen Thomas en tegen ons: ‘gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven’ …

Zo, toch een lichte tik op de vingers… Immers, als je diep vertrouwen hebt in je medemens, in God, dan kan je ook zonder fysieke aanraking, dan weet je gewoon dat het goed is. En toch… Ook antennes moeten gevoed worden en ook al zijn de verbindingen tegenwoordig draadloos, dan nog…. Zonder stroom, zonder netwerk, geen verbinding. Thomas deed dat ook …. Hij was Jezus misgelopen. De anderen hadden verteld: “We hebben de Heer gezien!”, maar dat was niet genoeg voor hem. Zien wil hij en aanraken, voelen. Thomas had natuurlijk kunnen denken: “Die vrienden van me, die zijn een beetje doorgedraaid, die denken dat ze Jezus zien, met dat soort vaag gedoe wil ik niks te maken hebben, voor mij is ‘t klaar.” Hij had zijn eigen weg kunnen gaan. Maar het laat hem niet los. Hij zoekt bewust de gemeenschap van leerlingen van Jezus op. Met zijn verlangen – want je kunt het twijfel noemen, maar net zo goed verlangen – zoekt hij de metgezellen van Jezus op. Hij gaat naar hen toe in de hoop een glimp van de Heer op te vangen… niets ongelovig dus. Natuurlijk wordt in onze tijd vaak gezegd: ik kan ook geloven zonder Kerk, maar als je geen netwerk hebt bij wie je aangesloten bent, wanneer je puur gelooft op basis van het Bijbelverhaal, valt het niet mee. Thomas zocht in het bijzijn van zijn broeders en zusters toch een antwoord op dat verlangen, in de hoop het verbindingskanaal te vinden dat hem dichter bij Jezus bracht.

Net als wij nu, lijkt de Heer soms ver weg, maar worden we toch gedreven door een diep verlangen. En hoe fijn als je ‘broeders en zusters’ in het geloof vindt, die met datzelfde verhaal in het leven staan, dezelfde vragen. Die – dwars tegen alles in – toch hopen en vertrouwen dat het waar is, leven na de dood. 

Natuurlijk is het niet eenvoudig om, met Johannes in de tweede lezing, om God en dus ook Gods kinderen, onze broeders en zusters, lief te hebben. Maar, zegt de schrijver van die Johannesbrief, je geloof kan daar wel bij helpen. En als je als gemeenschap dezelfde antenne gebruikt, zoals in die eerste lezing, het boek Handelingen, dan voelt het toch als een gezamenlijke opdracht om één van hart en geest, het geloof handen en voeten te geven. Zeker… geloof is iets heel persoonlijks… de één wordt geraakt door woorden, de ander door daden, de één door wat hij ziet, de ander door wat hij hoort. Maar ten diepste vinden we antwoorden in t samenzijn, in Kerk-zijn, in die antenne voor barmhartigheid en liefde, in dat verlangen naar vrede en onbevooroordeeld vertrouwen. Wij, met al onze vragen, koppelen heel af en toe de antenne wel eens af, maar God nooit. Gelukkig maar. Amen.