Lees hier de overweging van 5 februari 2023

PREEK 5e zondag door het jaar A – 4/5 februari 2023

Jesaja 59, 7-19; 1 Korinthe 2, 11-5; Mattheüs 5, 13-16 Winschoten, Bedum, Delfzijl    maggi/menora

Natuurlijk weten we allemaal wel dat het ‘maar’ een merk is: Maggi – een ouderwets bruin flesje op tafel dat smaak geeft aan de soep, oorspronkelijk alléén aan de soep, tegenwoordig ook aan Chinees en Indisch eten, waardoor het vaak net wat smakelijker wordt mét als zónder. Overigens is het een merk-naam, in 1872 opgericht door en genoemd naar Julius Maggi – gewoon een leuk weetje even – en in 1886 werd het eerste flesje geïntroduceerd, vooral bedoeld toen voor mensen van de arbeidersklasse om hun eenvoudige voedsel wat meer cachet te geven. Later kwamen er veel meer producten met die merknaam, maar dit bruine flesje bleef ‘maggi’ heten, een begrip. Maggi is een smaakmaker, maar verwijst naar het ‘zout’ waarvan we weten dat het onmisbaar is, in onze voeding, maar voor nog veel meer: ook om wegen sneeuw- en ijsvrij te maken, om voedsel te bewaren, te conserveren, om te zuiveren, te ontsmetten en zoveel meer. Als Jezus zegt dat wij het zout van de aarde zijn, kunnen we ons dus de vraag stellen: zijn wij dat ook echt? Geven wij smaak aan het leven van onze medemensen, of moet iedereen dat zelf maar doen? Of zeggen we: ‘Jezus heeft makkelijk praten dat ik het zout van de aarde ben: Ik heb mijn handen vol aan mijzelf en ik ben veel te oud of veel te jong om voortdurend met zo’n flesje te lopen en overal pit aan te geven. En: hoe doe je dat? Wat geeft ons leven smaak Veel jongeren zeggen tegenwoordig: als ik geen vrienden zou hebben, geen telefoon, geen hobby zoals sport of gamen, nou, dan zou het leven maar vet saai zijn … iets of iemand is nodig om smaak te geven aan ons bestaan… en het feit dat er zoveel onrust is op straat, bij voetbalwedstrijden, bij café’s en snackbars, zegt iets over de verveling die er soms is in het leven van mensen – niet alleen jongeren – de drang om te reizen bij volwassenen is daar ook ‘n voorbeeld van.

In de Bergrede, waarin Jezus eigenlijk zijn hele levensprogram presenteert, wil Hij niet alleen ons attenderen op het vele onrecht dat er gebeurt, maar ook en vooral op de uitdagingen van het leven: mensenkind, zo’n flesje Maggi heb je eigenlijk altijd bij je … je hoeft maar rond te kijken, na te denken, het dopje eraf te halen en je kunt iets betekenen in de wereld. Want ergens onder deze Bergredewoorden schuilt de vraag: Wat stellen wij, als christenen in de wereld, eigenlijk voor? Wat kunnen wij echt betekenen? Waarom zou je naar de kerk gaan? Waarom zou je het vormsel ontvangen? We zijn maar een klein groepje. Hoe kunnen we zout en licht voor heel de aarde en heel de wereld zijn? En… is het wel nodig dat er veel zout is om smaak te geven aan wat we eten?? Jezus is duidelijk: ‘Waarmee moet men zouten als het zout zijn kracht verliest?’, vraagt Hij. Jezus spreekt niet over veel zout. Een beetje is genoeg, en dat beetje kunnen wij zijn als we er zijn voor God en voor medemensen. Hoe zeggen we dat in reclametaal? Een beetje van maggi, een beetje van onszelf.

Jesaja, in de eerste lezing, maakt het concreet: de Joden komen terug uit jarenlange Babylonische ballingschap en hebben hun geloof bijna verloren en zijn op zoek naar een houvast dat weer zin, smaak en pit kan geven aan hun leven. Jesaja zegt: als je leeft voor God en voor medemensen, als je bereid bent je brood te delen met wie honger heeft, wanneer je daklozen onderdak biedt en naakten kleedt…. Als je de voedselbank en de kledingbank niet voorbijloopt, dan zal Gods licht over je stralen en ‘t zal je goed doen.  Zout en licht… vandaag een combi… Het 2e beeld in de Bergrede gaat over licht: ‘Jullie zijn het licht in de wereld.’ In de tempel speelt licht een belangrijke rol: Daar stond de zevenarmige kandelaar opgesteld, de menora. In Numeri, Wetsboek van Mozes, staat: ‘Zeg tegen Aäron dat hij de lampen zo op de standaard zet dat het licht van alle 7 lampen naar voren valt’. 7, volop licht. Dat beeld van licht speelt al vanaf het eerste scheppingsverhaal, de 7 dagen: God laat als schepper licht over ons stralen, zodat we zelf ook licht van de wereld kunnen zijn. We hoeven het nieuws maar te volgen om te zien wat er gebeurt als mensen niet licht in de wereld willen zijn: onvrede en zinloze oorlogen zijn het gevolg en zo wordt de aarde onleefbaar.

Er is veel te doen dus: licht brengen in het leven van mensen: in het leven van onze eigen geliefden, maar ook van mensen die eenzaam zijn, radeloos, angstig, in een burn-out of verslaving terecht zijn gekomen… En belangrijk: licht brengen in het leven van armen, zieken, mensen met beperking, gevangenen of mensen die geen uitweg meer zien? Er is veel te doen, Jezus vraagt ons maggi, zout en licht te zijn voor de aarde, voor de wereld, om te zorgen dat het smaakvol en warm op aarde is, dat we de wereld bewaren, conserveren, en met licht erop naar de toekomst kijken. Natuurlijk kun je daar net als Paulus in de tweede lezing, ‘zwak, nerveus en angstig’ van worden, maar waarom zouden we? We geloven toch dat de kracht van Gods Geest sterker is dan alles: ieder van ons kan zout voor de aarde en licht voor de wereld zijn, gewoon, op onze eigen plek. Reken maar. Amen.