Lees hier de overweging van 29 januari 2023

PREEK 4e zondag door het jaar A – 28 en 29 januari 2023

Sefanja 2.3;3,12-13   1 Korinthe 1, 26-31; Mattheus 5, 1-12a (Veendam, Nieuwe Pekela, Uithuizen

Het is natuurlijk een vraag van alle tijden: wat is zalig, wat is geluk? Wanneer ben je gelukkig? En dat is een vraag die je natuurlijk alleen zelf kunt beantwoorden… Velen van ons zullen zeggen: als je gezond bent… of ouders: als het met de kinderen goed gaat…. Veel van de jongeren zullen zeggen: als je eens niet naar school hoeft…. of: als je verliefd bent…

Ieder van ons zou wel de pijl, de richting, de navigatie naar geluk willen weten en willen vinden.

Nee, eerlijk is eerlijk, meestal koppelen we ons geluk niet rechtstreeks aan God. En toch, zo zeggen de lezingen ons vandaag, toch is het misschien wel zo dat geluk nóóit, nóóit los staat van God… dat is ook wat Jezus in zijn toespraak op de berg, de Bergrede, zegt. “Zalig die… het echte geluk is voor…”

Vlak voor Kerstmis las ik een verhaaltje over een man die steeds probeerde voor zichzelf de vraag te beantwoorden: “waar leef ik voor?” en hele tijden leefde hij alléén voor zijn werk, reisde de wereld over, had 2 mobiele telefoons, als de één niet ging, ging de ander, nooit thuis, geen tijd voor eten en persoonlijke contacten… en als hij dan 1x per jaar in de kerk kwam op Kerst, had hij altijd het gevoel dat hij Jezus even moest spreken. Altijd kwam er een stemmetje in zijn hoofd die zei: Hé, neem eens wat rust, denk eens rustig na over de dingen en geniet ervan. Hij gooide het roer om, had geld genoeg, en stortte zich helemaal op de sport. Nooit thuis, leefde alleen voor de sport. Tot hij weer in de kerk kwam en datzelfde stemmetje hoorde die zei: Hé, vriend, waar ben je mee bezig? Vergeet je niet te leven? Er is méér dan sport alleen. Opeens zag hij de richting. Dat moest hij doen.

Opnieuw maakte hij een carrièreswitch. Hij stortte zich op de culinaire wereld, at en dronk altijd buitenshuis, dus veel te veel, en na een tijd voelde hij zich helemaal niet meer gezond. Toen hij weer in de kerk kwam, hoorde hij het stemmetje: Hé, waar ben je mee bezig? Heb je al antwoord op je vraag “waar leef ik voor?”  Wees eens stil, luister en neem de tijd voor verdieping, dan krijg je vanzelf antwoord op je vragen. En vanaf toen liet hij alle grote projecten los en ging hij leven – niet leven om te werken maar werken om te leven – en regelmatig zocht hij in de kerk om het stemmetje te horen dat hem rust gaf en de richting wees.

Beste parochianen, beste jongeren,

Het is natuurlijk zo… je hebt een beeld voor je van waarbij je denkt: die zijn gelukkig! Die weten waarvoor ze leven! Die weg wil k ook gaan. En dat beeld kun je invullen: en het is misschien wel zo: je denkt al gauw dat, wat je NIET hebt, dat dat gelukkig maakt. Hoe vaak denk je niet: als ik toch eens rijk was… Als ik toch eens geld had…dan zou ik…. Of als ik eindelijk vrij ben…. Dan kan ik…

En deze week in het ziekenhuis zei een mevrouw: ‘de dokters kwamen langs op zaal en iedereen om mij heen mocht naar huis. Wat zou ik gelukkig zijn als ik ook mocht’ … maar ze kon nog niet. We weten natuurlijk dat niet alles wat gelukkig maakt, ook ‘lukt’. Duidelijk.

Zoals Sefanja in de eerste lezing ook al zijn volk richting wees door hen dringend te vragen gerechtigheid te zoeken, bescheidenheid. Daarom dat Paulus er in de 1e Korinthebrief ook op wijst niet te oordelen en elkaar in hokjes te delen van rijk en wijs en sterk, en arm en zwak en niet-wijs. Daar wordt niemand gelukkig van.

Ik denk wel eens: vaak denken we dat ‘geluk’ dát is wat je nog niet hebt – en ’t is gek: áls je het hebt, dan is het geluk en is de charme er vaak ook vanaf. 

In de Bergrede zegt Jezus: je bent misschien juist gelukkig als je niet allerlei leegtes opvult maar als je leert omgaan met ‘nog niet hebben maar verlangen naar’… Als je treurend bent, of arm van geest, of hongerig of dorstig naar gerechtigheid, dan heb je iets niet… Heel letterlijk staat er: je gaat in de goede richting als je in deze wereld, waarin veel niet goed gaat, wel goede dingen kunt doen.

Deze Bergredetekst zegt heel vaak ‘dan zul je, dan krijg je’ maar uiteindelijk is het geen verhaal voor later, voor ooit eens, maar is bedoeld als bevestiging en bemoediging voor alle mensen die in Jezus geest nú de weg willen inslaan van hoop en van vrede.’ Dat is ook nodig: de oorlog van nu was er toen ook al, de armoede was er ook en onrecht gebeurde toen ook. Ook toen was er een grote kloof tussen arm en rijk, een hang naar meer geld, grond en macht, ook toen was er nepnieuws, was er onzekerheid en spanning. Niemand werd daar gelukkig van. In die situatie houdt Jezus ons een visioen van hoop voor, klinkt er een stemmetje in onze oren: sla de goede richting in, die begint dichtbij.

Het visioen, de wens van Jezus is: probeer te delen wat je hebt en doe wat je kan om mee te werken aan een betere wereld…Richting…dat is het… dat is wat we nodig hebben… en de richting naar geluk is duidelijk: houd je vast aan God, aan Jezus’ woorden en wees goed voor je naaste. Een groter geluk bestaat echt niet. Amen.