Lees hier de overweging van 25 juni 2023!
PREEK 12e zondag door het jaar A – 24-25 juni 2023
Jeremia 20, 10-13; Romeinen 5, 12-15; Mattheüs 10, 26-33
Het is – misschien opnieuw – het woord van de week geworden: VEILIGHEID! Steeds meer mensen in Nederland, in de wereld, maken zich zorgen over hun veiligheid –dat speelt in het groot en in het klein – alleen deze week al: ben je veilig als supermarktmedewerkster ’s morgens om 7 uur? Als zeilers over de oceaan tegen Orka’s? Als ambtenaar of werknemer als je baas iemand uit de regering is en weinig geduld heeft… en als gewone burger in een veranderend klimaat: dan denk ik aan water, storm, hagel, droogte, brand en nog zoveel meer. Het is ook een uitdrukking geworden: je moet je veilig voelen bij elkaar… privé, op de werkvloer. Wat werk betreft: Het valt me vaak op dat juist op plaatsen waar ge- of verbouwd wordt, dat dáár misschien de veiligheid wel het meest wordt gegarandeerd door hekken, gele hesjes en door bouwhelmen.
Veiligheid is iets van alle tijden, net als ‘angst’ iets is van alle tijden…
Je kunt je nóg zo beschermen, maar… altijd is er wel iets ‘dat ons aanvalt’, waarbij je ‘op je kop krijgt’ om het maar in goed Nederlands te zeggen…
En wat we vandaag van zowel Jeremia als Paulus als Jezus horen, is dat ook niet nieuw…. Jezus’ woorden bij Mattheüs klinken bijna als RTL-Boulevard: „Wees niet bang voor de mensen, want niets is verborgen wat niet onthuld zal worden en niets is geheim wat niet bekend zal worden!” Met andere woorden: tegen het oordeel en de boosheid van mensen kun je je nauwelijks beschermen… we krijgen vaak veel over ons heen, in plaats van een gesprek tussen gelijken. Als je open met elkaar spreekt, niets verhult, hoef je niet bang te zijn voor elkaar. Wat zou dat veel lucht geven in de verhoudingen tussen Oekraïne en Rusland, tussen China en Amerika… In de tijd van Jezus hadden huizen in Palestina platte daken. ‘s Avonds, na de hitte van de dag, zat men daar graag bijeen om het laatste nieuws te delen. Dat is ook de boodschap van de lezingen vandaag: spreek zó met elkaar, dat het Evangelie begrepen wordt. Maakt niet uit waar je vandaan komt, welke kerkelijke achtergrond je hebt, hoe je in het leven staat, iedereen wil zich toch veilig voelen… comfortabel, noemen we het tegenwoordig… niet op je kop krijgen voor iets wat óf je schuld niet is, óf niet belangrijk is. Klim als het ware op het dak van de wereld, want iedereen zou aan die boodschap iets kunnen hebben. Met die uitroep: “Weest niet bang!” maakt Jezus ons duidelijk dat elke mens wel iets van een valhelm nodig heeft: Hij had de vijandigheid van de mensen zelf aan den lijve ondervonden, Hij had gevoeld hoe de hele wereld het op Hem gemunt had en Hij waarschuwt zijn volgelingen. Als je goed wilt doen, is je veiligheid soms in het geding. Niet iedereen begrijpt wat jij belangrijk vindt. Jeremia heeft dezelfde boodschap: hij wordt geboren 650 voor Christus te Anatot, een dorpje op loopafstand ten noorden van Jeruzalem, in een familie van priesters. Dat betekent dat hij tot de gevestigde orde behoort. Het is dus best bijzonder dat hij optreedt als profeet, als criticus tegen de grote leiders, waar zijn familie ook toe behoort. Jeremia’s verkondiging had niet alleen een negatieve klank door de wantoestanden waarop hij wijst, maar ook omdat hij ‘spreker namens God’ is, ‘woordvoerder van God’. Inmiddels weten we dat het zo werkt: als je uitkomt voor wie je bent of waar je voor staat, ben je niet overal veilig: hoezeer zijn mensen de klos op school: voorwerp van pesterij, op voetbalvelden spreekkoren en bekertjes naar je hoofd, ook in de samenleving kun je weerstand verwachten: Je bent niet overal veilig. Paulus schrijft het ook aan de Romeinen: er is altijd al zonde in de wereld, nog voor er wetten waren. We weten het: Als je je mond open doet, en aan de kaak stelt dat leiders met hun vriendjes meer met tempels en paleizen hebben als met God, God die het opneemt voor de arme, dan kun je de helm wel opzetten. ‘Daar heb je hem weer!’, werd tegen Jeremia gezegd: ‘‘Ontzetting overal’. Dat wil zo veel zeggen als: Daar is die sfeerbederver, die paniekzaaier. Soms, zegt Jeremia, ben je enkel aangewezen op je geloof, op je innerlijke kracht… Dat is uiteindelijk de grotere bron, waaruit je kunt putten, dan kom je uit bij een God, die je kent, die je doorgrondt en het voor je opneemt, Hij is onze helm in deze wereld. In de zendingsrede van Jezus in het evangelie vandaag klinkt tot drie keer toe: ‘Wees niet bang’. Als iemand jou belangrijk genoeg vindt, dan is het God wel: Jezus vergelijkt de alomvattende zorg van God met prachtige voorbeelden uit de natuur. De mussen, die goedkoop verkocht worden als voedsel van de armen. Als God al omziet naar mussen, hoeveel te meer dan naar mensen. Weest niet bang voor mensen, ze kunnen veel stuk maken, maar niet je ziel. Bescherm je ziel – laat God de helm zijn waaronder je je veilig weet. In alle pijn die je kunt oplopen, in alle gevaar die er soms is, zijn we in God geborgen…
„Weest niet bang! “– Dat is geen waarschuwing, dat is een belofte van God zelf, die ons door Jezus in het evangelie van vandaag tot 3x toe wordt bevestigd en die we in de bijbel precies 365 keer kunnen terugvinden – dus één keer voor elke dag van het jaar, die belofte maakt duidelijk dat God zelf groter is dan de Nationale Veiligheidsraad, de Onderzoeksraad voor Veiligheid en zelfs dan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de VN-veiligheidsraad. God zelf is de grote bouw-opzichter die zorgt dat zelfs de haren op ons hoofd worden beschermd. Als we Hem maar vertrouwen. Amen.