Lees hier de overweging van 23 juli 2023!

PREEK 16e zondag door het jaar A – 23 juli 2023

Wijsheid 12,13.16-19; Romeinen 8, 26-27; Mattheüs 13, 24-43    vergrootglas verkleinglas

Het is er eigenlijk elke dag: in dagelijkse gesprekken, in de krant of berichten op de media: als we iets vertellen, kunnen we ‘t vaak niet láten erbij te zeggen of iets goed of niet goed is, of iemand deugt of niet deugt, of iets toekomst en kans van slagen heeft, of niet. Het zit een beetje in ons DNA om ergens meteen iets van te vinden. We merken goed: het kwaad wordt in de wereld zo vaak onder een vergrootglas gelegd – gewelds-incidenten worden meteen ‘oorlog’ genoemd, grensoverschrijdend gedrag wordt bijna tot moord verklaard en een klein ruzietje is al gauw een echtscheiding. En dit geldt niet alleen voor het kwaad in de samenleving: ook mensen, met name leiders, worden snel afgefakkeld vanwege eerdere gebeurtenissen die onder het vergrootglas worden gelegd zodat iemand nooit meer de kans krijgt om iets goed te doen. Dat ‘uitvergroten’ blijkt van alle tijden:

De zondagslezingen vandaag gaan precies dáárover: het boek Wijsheid, de eerste lezing, vertelt over de kwalijke praktijken van zowel de Egyptenaren als de Joden. Maar God houdt zich in – zal te allen tijde rechtvaardig oordelen en legt de fouten van mensen nooit onder een vergrootglas. We weten het zelf wel: wat en hoe wij doen, spreken en handelen, is niet altijd uitgesproken goed of slecht – daarom zal God altijd met mildheid reageren- heel anders dan de media bij ons, de mensen aan talkshowtafels, de critici, zelfs milder als het OM of de rechter. Paulus schrijft aan de Romeinen dat God altijd aanwezig is door de Heilige Geest, en zo in ons spreekt, ons aanspoort tot het goede. Het kan dus wèl! In het lange evangelie vandaag gebruikt Jezus meer beelden om over het rijk der hemelen te spreken, en logisch: de nieuwe wereld die we zouden willen en die door God bedoeld is, laat zich niet in één beeld vatten. Dat rijk, dat hier op deze wereld aan het groeien is, is in feite veel minder spectaculair dan je het zou verwachten. God gaat NIET met een vergrootglas door het deeg naar veel gist, neemt genoegen met één mosterdzaadje in de groentetuin, en Hij zoekt in het korenveld/het tarweveld, niet streng met dat een vergrootglas naar alle onkruid. Eigenlijk blijft alles heel klein in deze gelijkenissen: je zou zeggen:

Hoe komt Jezus erbij om het rijk van God met b.v. een zo onooglijk klein mosterdzaadje te vergelijken??  Dit is een duidelijke keuze: Jezus treedt niet spectaculair op met grote legioenen die zijn Vader zou zenden, Hij houdt geen verkiezingsspeech met grote beloften, Hij etaleert geen macht maar spreekt over kleine dingen, waar veel toekomst insteekt, van zaad met kiemkracht dat aan de aarde moet worden toevertrouwd, tot gist in het meel en het wonderbare proces van het deeg.

Van die drie beelden: het mosterdzaadje, gist in het deeg en het tarweveld, krijgt het derde de meeste aandacht, vooral wegens het onkruid tussen de tarwe. En dan gaat het om Gos houding van geduld en mildheid:

Nee, God maakt zich niet kwaad en gaat NIET met een fles onkruidverdelger langs wat weg kan, maar Jezus gelooft dat er sowieso goed zaad is uitgestrooid. Mensen zijn van zichzelf goed, maar goed en kwaad trekken vaak samen op.

Als eigenaar van het korenveld geeft Jezus aan dat hij veel geduld heeft, dat bij de oogst het goede altijd overwint. Laat beide samen opgroeien tot de oogst, zegt Hij. Net als tarwe en onkruid, zijn goed en kwaad met elkaar vervlochten.

Toch is het lastig om het vergrootglas altijd thuis te laten. We weten veel ván elkaar en óver elkaar – en als iemand iets heeft gezegd en gedaan wat niet goed is uitgepakt, is deze mens, naast alle goede dingen, voorgoed ‘bij de kwaden’. De grote vraag is: “Wie is in staat een waardevol en ook positief oordeel te vellen?” Wie is in staat om helemaal los te zijn van wat er over anderen wordt gezegd en geschreven? Waarschijnlijk niemand. Je kunt mannen over vrouwen vragen, Nederlanders over buitenlanders, Islamieten over christenen of omgekeerd. Het oordeel is ongewild meestal ingekleurd en door het vergrootglas bekeken, soms door wat men heeft gelezen of meegemaakt.
En net als onkruid en tarwe: goeden en kwaden lopen meestal door elkaar; we weten niet eens zo zeker of we zèlf wel altijd bij de goeden horen. Feit is dat allen samen op dezelfde bodem van onze aarde, in onze samenleving lopen en er is altijd het risico dat je in het verkeerde vakje wordt gesorteerd omdat iemand iets uitvergroot waar je al nooit meer aan had gedacht. De knechten in het evangelie vragen Jezus “Zullen we het onkruid er dan maar uit gaan halen?” Maar Jezus zei: “Nee, want als jullie het onkruid eruit halen, trek je tegelijk de tarwe eruit. Laat het recht tot oordelen maar over aan God zelf.

Ja, wij kunnen er wat van – we zien soms de dingen ongelooflijk uitvergroot en in het kleine goede, de mosterdzaadjes, zien we de kansen en mogelijkheden over het hoofd. Als het gaat om onze toekomst met God, gaat het om de juiste proportie, misschien is een verkleinglas nodig om het kwaad niet groter te maken dan hoeft… “de meeste mensen deugen” schreef Rutger Bregman ooit in zijn dikke boek en zo is het: de kunst is om door Gods glazen van mildheid en zachtheid naar mensen te kijken omdat de meeste mensen echt minstens zo goed zijn als God ze heeft bedoeld. Gelukkig maar. Amen.