Lees hier de overweging van 22 oktober 2023
PREEK 29e zondag door het jaar A – WERELDMISSIEDAG
Uithuizen, Hoogezand-Sappemeer, Delfzijl Mattheüs 22, 15-21
Dagelijks horen we berichten uit het land dat vandaag, op Wereldmissiedag, centraal staat: het land Libanon… niet alleen de beschietingen uit Zuid-Libanon op Israël, Hezbollah, maar ook de grote stroom vluchtelingen die neergestreken is daar de laatste jaren, uit Syrië vooral…en inmiddels is het oorlogsgebied – worden vluchten naar Libanon geschrapt… het is misschien niet het land waar we het meest bekend mee zijn… Libanon – 6 miljoen inwoners…
We kennen het misschien nog omdat tussen 1979 en 1981 er wel zo’n 8000 Nederlandse militairen dienden, velen kennen het land als grensgebied met Israël, de Golanhoogte kijkt erop uit. Het klinkt alsof ‘Libanon en oorlog’ bij elkaar horen, maar niets is eigenlijk minder waar… De naam Libanon betekent “wit” in het Aramees, wit, omdat het besneeuwde Libanongebergte wit is.
Het land heeft twee grote gebergtes, prachtige steden als Beiroet, Tyrus en Sidon en vooral veel ceders, de ceders van Libanon waar de Bijbel al over spreekt. In 1943 werd het land een zelfstandige republiek, vanuit Franse handen, maar door verdeeldheid vaak in oorlog. Maar Libanon is eerst en vooral bekend om de cederboom: hèt symbool van Libanon is hout van de cederboom, die boom staat ook pontificaal op de Libanese vlag. De Libanezen beschouwen de ceder niet alleen als een heilige boom, maar ook als de boom van de eeuwigheid en vrede. Al 4700 jaar geleden betrokken de eerste mensen de cederbossen in Mesopotamië en beschreven deze ‘boom van God’ en sindsdien is cederhout gewild hout: het is licht, sterk en absorbeert geen water. De Romeinen gebruikten dit hout bij de bouw van hun steden… Egyptenaren, Assyriërs, Babyloniërs, Perzen, Israëlieten en Turken, iedereen gebruikte graag cederhout. De Libanese cederbossen zijn wereldberoemd… net dus als de witte bergtoppen… en Libanon was jarenlang een veilige haven voor christenen, een land met potentie en rijkdom… maar de laatste jaren is er door de explosie, door corruptie en slecht beleid alleen maar armoede. Waar ooit rijke mensen en volop toeristen Libanon bezochten, bijt de bevolking nu op een houtje.
Niet voor niets dat Missio Nederland het land in bescherming neemt en zowel aandacht als geld besteedt aan de christenen daar. Het land is straatarm, de economie is volkomen ingestort en deze recente oorlog van Hamas/Hezbollah tegen Israël doet daar geen goed aan.
De kernzin van het evangelie vandaag is Jezus’ woord: ‘Geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt.’ Want de keizer is symbool voor de wereld, en die wereld verdient respect, want hij is geschapen door God en de basisbelasting die we aan God betalen is dank voor de schepping, de aarde, die we in bruikleen hebben gekregen. Niet een millimeter grond is van onszelf… geen boom – alles is van God. Juist daarom is deze oorlog in het Midden-Oosten niet te begrijpen… als ieder zijn eigen staat of land heeft om te beheren, waarom dan strijd? Toch wordt Jezus een tegenstrijdige vraag gesteld: als toch alles van God is, waarom dan belasting betalen aan de keizer?? Het klinkt vriendelijk, maar men wil Jezus eigenlijk in een hinderlaag lokken. Antwoordt hij ‘ja’, dat je belasting moet betalen, dan ergert hij de mensen van de tempel die de Romeinse keizer als bezetter zien: Het stoort hen dat de keizer met zijn beeld op muntstukken staat: Dat gaat ín tegen de religieuze overtuiging van de joodse bevolking. Maar…zegt Jezus ‘nee’, dan krijgt hij last met de bezetter want hij is ook gewoon burger. Jezus vraagt daarom om de belastingmunt te tonen en wijst daarmee op een dubbele plicht: God dienen en zorg hebben voor de mens, dat is je burgerplicht. Zijn antwoord bevat zowel een ‘ja’ op het betalen van de belasting, en ‘ja’ om God te eren als Schepper. Het moeilijke is: De keizer heeft zijn beeltenis op het muntstuk, maar waar, wie of wat is het beeltenis van God? Het antwoord is: elke mens is geschapen naar het beeld van God. Elke mens is gemaakt om het goede van God uit te stralen. Belasting betalen is een gewone burgerplicht net als het naleven van de rechtsregels van de Staat maar we kunnen God wel eerbiedigen door het evangelie handen en voeten te geven. Die gespletenheid – kerk en staat, Palestina – Israël, God en mensen, die gespletenheiddie we vaak letterlijk in hout tegenkomen, die het volk van Israël én het volk van Libanon typeert, is al oud, maar maakt de mensen nu arm en boos. Juist daar ligt misschien toch de Missie van de kerk: om mensen, van welke religie, kerk of geloofsachtergrond ook, te verbinden, te laten delen in de boodschap dat we ook gewoon náást elkaar kunnen bestaan, dat we de bomen, het hout, het voedsel en de grond kunnen delen – door te géven en niet door wapens in te zetten. Zoals we elkaar niet hoeven te bestrijden in Jezus’ antwoord, zo zouden de ceders van Libanon er zijn om onder te schuilen, het hout om mee op te bouwen en zo is de mens bedoeld om God te eren door te leven als zijn beeld en gelijkenis. Altijd en overal. Amen.