Lees hier de overweging van 22 mei 2022
PREEK 6e zondag door het jaar C – 21/22 mei 2022
Handelingen 15,1-2.22-29; Openbaring 1,10-14.22-23; Johannes 14,23-29
Dat vrede niet vanzelfsprekend is, dat weten we – we zien het elke dag met de beelden van de Oekraïne. Dat géén-vrede is iets van alle tijden kwamen we al tegen in de eerste lezing, in woorden als onenigheid, woordenwisseling, strijdvraag… Om de lezingen van deze dag, om de boodschap van dit weekend wat beter te begrijpen, heb ik het woord ‘conflict’ maar eens opgezocht: het komt van het Latijnse ‘confligĕre’- samen slaan, slaan naar elkaar… de ander ráken om je eigen gelijk te krijgen, om aandacht te vragen, om de spijker op zijn kop te slaan als men iets wil bereiken. Conflicten, debatten, discussies… op tafel slaan…conflictenveroorzaken familieruzies, arbeidsgeschillen, rechtszaken, onenigheid in Den Haag, en veel groter nog: gruwelijke oorlogen, door alle eeuwen heen. Conflicten waarover? Natuurlijk kunnen we noemen: Afkomst, cultuur, ras, stand, geld, godsdienst en land (daar worden Nokia-sms-jes niet eens genoemd!) en nog zoveel meer. De invloed daarvan is zo groot dat de eigen overtuiging, de eigen visie tot waarheid wordt verheven – en daar gaat het mis: aanvaarden van alleen de eigen waarheid leidt altijd tot botsingen en oorlogen – tussen landen en standen, tussen blank en zwart, tussen arm en rijk. Conflicten…Een actueler woord bestaat op dit moment bijna niet – de kranten staan er bol van. Het lijkt wel alsof, nu we weer uit onze huizen komen, ook alle hamers en beitels weer uit de kast komen. We proberen te begrijpen hoe dit kan. In de evangelielezing vandaag merken we dat Jezus hamert op één ding: Liefde en vrede. Hij weet als geen ander dat ‘n conflict alleen maar slachtoffers kent: die grote vraag hangt daarboven: Hoe kan het dat de ene mens vijand wordt van de ander? Hoe kan het dat een door God geschapen mens zijn broeder en zuster kan haten, en middelen kan maken die iemand vernietigen? Iedereen weet toch dat het leven veel vrediger en prettiger is wanneer we aandacht hebben voor elkaar, eerbied hebben voor elk mensenleven, wanneer elke mens de medemens aanvaardt en verdraagt? Wanneer mensen gewoon met elkaar praten zonder met hamer en vuist op tafel te slaan? Een oude rechtsregel is om altijd ook de andere partij te horen en aan het woord te laten. Dat is een regel, ooit in de vredeszaal van Munster opgeschreven, waar de vrede van Westfalen tot stand kwam.
Jezus spreekt hier niet voor niets de woorden van onze zondagse vredeswens uit: Vrede laat ik u na, mijn vrede geef ik u. In zijn afscheidsrede bereidt Jezus de leerlingen vóór op de tijd dat Hij er na zijn Hemelvaart niet meer bij zal zijn. Hij maakt duidelijk dat Hij hen niet verweesd zal achterlaten en gebruikt de woorden ‘liefde’ en ‘vrede’ om aan te duiden hoe Hij verwacht dat de leerlingen onderling met elkaar zouden kunnen omgaan. Als er geen liefde, is ook God ver weg. Dat gebod van de liefde is de basis van alles, is precies wat we onze kinderen willen meegeven – is precies waar we bij elke oorlog of conflict op zouden willen hameren.
Natuurlijk, je kunt van alles doen met conflicten: ze toedekken en er niet over praten. Of ze juist uitspreken, maar dat lukt alleen als je werkelijk bij elkaar wilt blijven. Bij veel conflicten nemen meningen/standpunten de plaats van mensen in. Dat merkten we bij de coronaregels, twee jaar lang, dat merken we bij het asielbeleid nu, dat merken we in kleine familieconflicten en dat speelt nu ook tussen oost en west: de kunst is om met elkaar aan tafel te kunnen gaan, en dan komen we uit bij de Geest: Jezus zegt zelf in het Evangelie dat Hij ons zijn Geest zendt, opdat we niet slaan maar spreken en eruit komen.
Natuurlijk zijn er binnen de kerk ook vanaf het begin spanningen geweest. De Handelingen van de apostelen, de eerste lezing, berichten over het overleg in Jeruzalem over het feit dat de denkwijze van Jezus dat niet alleen het Joodse volk raakte maar ook gehoor kreeg bij niet-Joden, toen heidenen genoemd. Het bracht de hamers op tafel: een conflict. Uiteindelijk kwam men eruit door samen te overleggen, naar de ander te luisteren, door te bidden tot de Geest, en door wijze beslissingen te nemen voor de groei van de kerk. Zo is het gegaan.
Dat boek Handelingen geeft ons een inkijkje in het wel en wee van de vroege kerk, het woord verzoening was belangrijk. Natuurlijk zijn er altijd vragen, conflicten… toen: besnijdenis wel of niet? Koosjer eten wel of niet? Paulus en Barnabas krijgen de opdracht om in Jeruzalem de strijdvraag voor te leggen aan apostelen en oudsten, onder wie Petrus. Die pakt op een gegeven moment de voorzittershamer, neemt het woord en zegt: kort samengevat: door de genade van de Heer Jezus wordt ieder die gelooft, gered. Paulus en Barnabas, Judas en Silas krijgen een brief mee van de apostelen en oudsten waarin staat dat zij in overleg met heel de gemeente een oplossing hebben gevonden voor het conflict. Die bijeenkomst in Jeruzalem wordt ook ‘het eerste apostelconcilie’ genoemd. Mensen met elkaar – dat is een kunstje… maar met elkaar aan tafel gaan, luisteren en niet-slaan-en-schieten heeft altijd tot vrede geleid. Gaat lukken…vast ook nu – en hopelijk snel, heel snel, voor iedereen. Amen.