Lees hier de overweging van 17 september 2023

OVERWEGING 24e zondag door het jaar A –   16-17 september 2023

Ecclesiasticus 27,30-28,7; Romeinen 14, 7-9; Mattheüs 18, 21-35   spiegels

Een verhaaltje…

Er was eens een hond die met zijn baas meeging in een historisch gebouw met een een heleboel spiegels…  Hij zag een aantal honden in die spiegels en kwispelde met zijn staart. Alle honden in die spiegels kwispelden terug. Een andere hond ging ook met zijn baas dat gebouw in – en toen die hond in de spiegels de andere honden zag, gromde hij en liet zijn tanden zien – alle honden die hij zag, deden datzelfde….

En zijn baas liep maar snel het gebouw uit.

Dit kleine verhaaltje vertelt heel veel over wat er vandaag via de schriftlezingen naar ons toekomt – het neemt ons mee voor de spiegel – laat ons zien hoe we zijn en doen… én …het zegt ook veel over hoe ‘t er in deze tijd in de wereld aan toe gaat.

Natuurlijk is het woord ‘vergeving’ ontzettend aan de orde. We zullen het zelf vroeger geleerd hebben: Onze moeders zeiden: je kunt wel boos ZIJN, maar je hoeft niet boos te BLIJVEN…. Op een keer moet je ook vergeven en het achter je laten, ook al kun je het misschien niet vergeTen. En het eerste om daarbij altijd te bedenken is: Geen mens is zonder fouten… juist daarom is God zo begaan met mensen… 

Als Hij perfecte mensen had gewild, had Hij ze wel gemaakt… zei ooit eens een theoloog, en zo lijkt het ook te zijn.

Maar het lastige is: we weten allemaal heel goed dat vergeving heilzaam is en dat God ons uiteindelijk wel vergeeft, maar… om nu zèlf iemand te vergeven die je echt veel pijn om onrecht heeft aangedaan…. Lastig…

Daarom is Petrus’ vraag ‘hoe vaak moet je vergeven?’ niet zo raar en antwoordt Jezus in het evangelie met “niet alleen 70×7”: zo van: zó vaak v dat je de tel kwijtraakt, maar ook nog met een parabel, een voorbeeld, een spiegel-verhaal, waarbij je van schrik zelf in de spiegel kijkt…

De prachtige parabel van de koning die één van zijn dienaren tienduizend talenten kwijtscheldt, laat zien dat het niet om een heel klein dingetje of een klein beetje geld gaat: Tienduizend was niet alleen het hoogste getal in het oude Griekenland, een talent was ook nog de hoogste geldwaarde. Het kwam neer op zesduizend daglonen, dus op twintig jaar werken. Die koning scheldt de dienaar dus miljarden euro’s vrij. Hier begrijpen we dat die koning uit het verhaal niet zomaar een aardse vorst is, maar God is, Koning van hemel en aarde, die grenzeloos vergevensgezind is. En die koning komt met een spiegel: Als God zo mild en zo liefdevol omgaat met ónze fouten, dan kunnen wij ook mild en liefdevol zijn tegenover mensen die dat zelf niet zijn. ‘t Verhaal laat in de spiegel zien dat God echt niet op de loer ligt om ons en andere mensen te betrappen op fouten en te straffen voor tekortkomingen. Maar… dat God wel van ons verlangt dat ook wij vergevensgezind zijn. Uit het feit dat Hij optreedt tegen de knecht die zelfs maar een klein beetje schuld niet kwijtscheldt, betekent dat het God alles waard is dat mensen haat niet beantwoorden met haat, fouten niet met minachting en straf, en vijandschap niet met vijandschap. Zoals de eerste lezing zegt: als we ons niet laten leiden door gramschap en wrok, maar door de liefde die God ons geeft en die Hij ook van ons vraagt, wordt het een stuk leuker en makkelijker op de wereld!! Als we iets vaker in de spiegel kijken, ook al schrikken we van onze rimpels en grijze haren, merken we dat als je zélf lacht, anderen ook naar jou lachen, als je zelf kwaad kijkt, anderen ook kwaad naar jou kijken. In dat besef wordt het gemakkelijker om kwijt te schelden. Misschien blijven we denken: ja, maar HOE DAN?? Het antwoord vinden we bij Paulus: je leeft niet voor jezelf alleen – en bij die dienaar met die torenhoge schuld, waarbij we lezen we dat de koning “door medelijden bewogen” was – dát is het antwoord: Als wij domme dingen doen, heeft God met ons te doen… en dat vraagt God ook van ons: in plaats van te wrokken, het iemand na te dragen, er steeds weer op terug te komen of iemand nooit meer te willen zien, kunnen we ook een beroep doen op ons hart: als je het fijn vindt dat de ander jou vergeeft, dat God JOU vergeeft, probeer dan ook degene te vergeven op wie jij boos was – het is je broeder, je zuster, toch?? Die vindt dat nét zo fijn. Héb met hem of haar te doen! De spiegel vertelt het ons. Als je erin kijkt, zie je hoe de ander ons ziet.

De bedoeling van deze gelijkenis is eerst en vooral: niet blijven rekenen en plussen en minnen wat allemaal aan jou tekort is gedaan, maar rekenen wat ons gegeven is: liefde, warmte, kracht, trouw en goedheid, gezond verstand: allemaal tekens van Gods geduld met ons. De bron van vergeving ligt niet in het tekort aan iets maar in de overvloed aan veel. Dankbaarheid helpt: kijk in de spiegel, lach en ‘tel je zegeningen’: er is ons altijd meer geschónken dan ontnómen. Alle reden om te vergeven en zelfs te vergeten! En uiteindelijk: wij zijn maar mensen en God is God. Amen.