Lees hier de overweging van 16 juni 2024
PROEVE VAN OVERWEGING voor zondag 16 juni Wehe den Hoorn
Ezechiël 17, 22-24; 2 Korinthe 5, 6-10; Marcus 4, 26-34
Och, we zijn er allemaal wel van: hoe leuk als iemand tegen ons zegt: DAT IS EEN VERRASSING!!
Deze weken van mei en juni organiseren veel families, clubs en koren een dagje uit, een familiedag of -weekend – en van tevoren wordt gezegd: VERRASSING!! En alleen dát al maakt het tot iets leuks en aantrekkelijks: pak het maar uit, dan kun je zien wat erin zit… de verrassingen van het leven – daar hebben we vaak behoefte aan – iets leuks en spannends om naar uit te zien… Leuk om te zien is dat soms de pakketjes al ingepakt zijn in de winkel, en in deze weken van het EK voetbal krijg je zelfs een mystery-box cadeau, in de vorm van een grasmat. Grappig… en ook: wat zit er in?
Eén van de verrassingen van deze junidagen is het grootse evenement Delfsail (hier) in Delfzijl – een haven vol prachtige tallships en activiteiten en muziek.
Er is een prachtig programma gemaakt voor deze vier dagen: Na 8 jaar kan dé havenstad van Groningen zich weer eens verheugen op feest, toeschouwers, een positieve blik op deze vaak wat miskende plaats waar veel mensen wonen van overzee en waar meerdere burgemeesters zich verslikt hebben in de zorgen die deze havenplaats ook kent – er was een prachtig programma gemaakt en we konden het uitpakken vanaf donderdag… alles was geregeld… maar ja, nu het weer nog…Verrassing…!
Maar eigenlijk is dat nu precies wat de drie oer-lezingen vandaag ons ook willen zeggen: mensenkind – je dénkt dat het leven maakbaar is, dat je alles naar je hand kunt zetten, dat JIJ de macht hebt… forget it… het leven is één grote verrassing, soms onaangenaam, maar in elk geval is het verborgen…
In deze tijd waarin zoveel gebeurt, zien we aan akelige conflicten en oorlogen in Soedan, Ethiopië, Jemen, Oekraïne-Rusland en Hamas-Israël dat er, ondanks alle grote vergaderingen wereldwijd en voorstellen, vijanden elkaar naar het leven staan en niemand de kans krijgt in te grijpen. Daar is de regen hier nog peanuts bij, hoewel natuurlijk veel akkerbouwers en horeca-houders ervan moeten leven. Maakbaar, forget it! We zien dat de natuur zijn eigen gang gaat, de regen en de droogte voor extreme situaties zorgen en veel mensen zich angstig zijn over de toekomst. Juist daarin laten de lezingen vandaag ook een ander geluid horen. In de eerste lezing uit de profeet Ezechiël lezen we dat God een twijgje van de ceder zal nemen, hij zal het planten en het zal een prachtige boom worden. Een grootse belofte, vooral als je bedenkt dat Ezechiël spreekt tot het volk dat in ballingschap is in Babylon. Ze zijn, volgens het Bijbelverhaal, dáár, omdat het volk zich niet heeft gehouden aan het verbond met God. Ze zijn hun eigen gang gegaan. En het gevolg was dat ze weggevoerd werden naar vreemde grond. Het twijgje van de ceder is hét teken dat God het lot van het volk ten goede wil keren, hen wil verrassen met Zijn nabijheid. Hij geeft hen weer vertrouwen. Hij zégt en Hij dóét. De teksten van Ezechiël rijmen bijna op de evangelietekst van Marcus. Het zaad groeit, zonder dat wij goed weten hoe. Er zit groeikracht in het zaad zelf. Zaad heeft dat onzichtbaar in zich… Natuurlijk is het noodzakelijk dat de mens meewerkt, maar de groei komt niet van de mens. Dat zit verpakt in het zaad zelf. Verrassing! En de boer, wij, wij profiteren van die groeikracht. Die groeikracht zien we ook bij het mosterdzaadje; het groeit uit tot een immens struikgewas waarin de vogels kunnen nestelen. Het lijkt soms wel alsof wij, mensen, dat vertrouwen in Gods cadeaus aan de mensheid, kwijt zijn. Als het leven tegenzit, als het wéér tegenzit, kunnen we dat moeilijk accepteren en worden we bitter, panisch zelfs, angstig. We willen heel graag zekerheid, terwijl zekerheid niet bestaat. Juist van de natuur kunnen we leren dat het hele leven een pakket is om uit te pakken – en of dat nu de nieuwe a.s. regering is, het EK voetbal of de toekomst van onze geslaagde jongeren, niemand weet… We kunnen veel, we hebben allemaal een taak, het gaat niet zónder ons, maar uiteindelijk zijn we geen heer en meester zijn over ons eigen leven, zijn we kwetsbaarder dan we willen. Vertrouwen is dan toch het toverwoord…. Vertrouwen in dat Rijk van God, zoals Jezus het zegt in het evangelie of in de Bijbel in gewone taal: ‘het Rijk van God, die nieuwe wereld’ waarin voor iedereen het leven leefbaar is en blijft, ook voor de volgende generaties. Een wereld waarin we zelf in Gods schepping stevige bomen worden die beschutting bieden aan medemensen, aan de natuur, aan heel de schepping eigenlijk. En daarbij: in het vertrouwen dat God veel verrassingen voor ons in petto heeft, kunnen we zélf ook zaaier zijn.
We kunnen véél op eigen kracht: maar we zijn ook maar kleine poppetjes op die hele grote aardbol. En als we zien hoe blij kinderen zijn als ze iets mogen uitpakken, dan is het niet zo gek om zelf weer even kind te zijn, als we kijken naar de natuur, het weer, naar de toekomst, naar God. Wie weet… laten we vertrouwen hebben, geduld, en ons blijven inzetten, dan komt er altijd wel Iets uit het levenspakket. Amen.