Lees hier de overweging van 15 oktober 2023
OVERWEGING 28e zondag door het jaar A – 14-15 oktober 2023
Jesaja 25, 6-10a; Filippenzen 4,12-14;19-20; Mattheus 22, 1-14 bestek
Het lijkt de grootste tegenstelling aller tijden: een bruiloft waar mensen niet komen, een feest waarop mensen niet de moeite nemen zich te kleden, een festival waar je als jongere met leeftijdsgenoten het leven viert en er – out of the blue – geschoten wordt… Mislukte feesten… Het evangelie van vandaag lijkt voor een deel wel op de beelden uit Gaza en Israël – en niet minder op die van Oekraïne … ‘Leuk feest’, zijn we geneigd te mompelen. Het gaat daar christelijk aan toe, zeg! Wat valt er te vieren als er haat is? Wat is er leuk aan tafelen als iedereen met tegenzin is aangeschoven? De tegenstelling tussen instrumenten om te eten en instrumenten om mee te vechten, lijkt niet groot…. Daarom:
Een feestmaal op de berg: het lijkt een droom, een visioen… en dat is het ook. Het boek Jesaja, de eerste lezing, wijdt na een hele periode van onheil over de volkeren en over Jeruzalem zelf, aan herstel.
Herstel… dat alléén al… Het gaat over een tijd waarin alles door de HEER ten goede gekeerd zal zijn.
Dit visioen, deze droom, vormt de tegenhanger van de slechte toestand van de aarde die Jesaja al eerder beschreef en die Jeruzalem en de volkeren aan zichzelf te wijten hebben. Ze hebben zich gekeerd tegen God en zijn volk, ze hebben geen oog voor God en menen dat wapens herstel kunnen brengen. Stad en land liggen in puin, verwoest en ontredderd. Een mislukt feestje…’
De omslag komt als God, de ‘HEER van de machten,’ afrekent met de tirannie van de leiders van de aarde. Dat is een hoopvol perspectief: de HEER zet de aarde ondersteboven om zijn eigen koningschap te vestigen op zíjn berg, de Sion, en in Jeruzalem. Dat feestmaal van de HEER maakt een einde aan de tweedeling tussen het volk van God en de andere volkeren. Bovendien is dit feestmaal juist niet alleen voor Gods eigen mensen, maar uitdrukkelijk voor alle volkeren, ook volkeren die eerder tegenstanders en vijanden waren. De HEER opent hun als het ware de ogen door (zo schrijft Jesaja zo mooi) de sluier, die hen het zicht ontneemt, te verscheuren, zodat ook zij kunnen zeggen: ‘kijk, dat is onze God’. ‘Wij hoopten op Hem en Hij heeft ons gered’. Herstel. Herstel van de vrede. God vernietigt de dood, en wist de tranen van alle gezichten.
Een droom, een visioen… zeker met de beelden van nu op ons netvlies… En het beeld is nota bene een bruiloft… alsof er niet al heel veel Palestijnen met Israëli zijn getrouwd, Oekraïners met Russen, Duitse mannen en vrouwen met Nederlandse partners, wat na de 2e wereldoorlog ook ondenkbaar leek… Niets mis mee…
Als je met elkaar kunt tafelen, samen kunt eten, kun je ook met elkaar leven.
En als je, zoals Paulus zegt, weet wat armoede is en wat overvloed is, begrijp je dat des te beter.
‘Samen eten’ – je bestek gebruiken om elkaar te voeden, het leven te vieren en niet om mee te pijnigen, te steken, te vechten, maar elkaar het leven te gunnen, is zó belangrijk. En ook al weten we uit de geschiedenis dat eeuwenlang mensen – zonder bestek – met hun handen aten, dat pas in de steentijd (vóór 2000 voor Christus) de eerste lepels werden gemaakt, in de tijd van de oude Grieken pas de vorken en pas in de Romeinse tijd de messen om mee te eten, voor ons is bestek symbool voor ‘samen’ en ’n feestje’.
Bedoeld om mee te eten – omdat ‘eten met elkaar’ en ‘oorlog’ altijd al elkaars tegenstellingen zijn geweest. Bij de humanitaire ramp in Gaza die zich op dit moment voltrekt, omdat de voedselstromen en er niet door kunnen, lijkt dit nog steeds niet voorbij.
Wat zouden mensen in dit 2-statenland veel voor elkaar kunnen betekenen, maar het lijkt een verschrikkelijk mislukt feest.
We kunnen niet anders dan met die ogen kijken naar het evangelie vandaag: een nieuwe parabel in het Mattheüs-evangelie: Jezus vergelijkt het koninkrijk van de hemel met een koning die een bruiloftsfeest geeft voor zijn zoon. Als de genodigde gasten niet willen komen en men zelfs de dienaars van de koning ombrengen wil, lijkt dit – bijbels gezien – een vooruitblik op Jezus’ einde en natuurlijk kunnen we in de koning God zelf herkennen.
De koning neemt drastische maatregelen: zijn soldaten brengen de moordenaars om, en hun stad wordt in brand gestoken. Dat is oorlogstaal: Toch volgt er een merkwaardige opdracht aan de dienaars van de koning: nodig iedereen maar uit die je tegenkomt voor de bruiloft: géén voorwaarden meer voor wie wél en niét wordt genodigd, elke mens, slecht én goed, is welkom. Voor iedereen ligt bestek klaar. Dan stroomt de feestzaal wel vol, geen selectie aan de poort. Eind goed, al goed, lijkt het. Herstel van het feestje?
Net als bij Jesaja: mensen uit alle windstreken, alle volkeren komen bijeen op het feestmaal van de Heer. Wapens aan de kant. Niet vrijblijvend: Als het woord ‘bruiloftskleding’ valt, dan gaat het niet om een galajurk of een vlinderstrik maar om ‘zeggen en doen’: Niet alleen wat je je voorneemt, maar ook wat je ervan bakt. Niet alleen je beste bedoelingen, maar ook dat je blijft stáán om het met bloed, zweet en tranen af te maken. Onvoorstelbare lezingen vandaag, maar voor ons eigen leven hier op aarde een diepe wens, in het klein en in het groot: wat hopen we dat mislukte feestjes en feesten, ook in ons eigen leven, herstel kennen – dat wapens worden omgesmeed tot eetgerei: heel dichtbij, om ons heen, wat hopen we ook dat in Oost-Europa en het Midden-Oosten mensen om tafel gaan, in vrede eten en elkaars leven behoeden. Maaltijd houden, eucharistie, ter communie gaan: dat betekent ten diepste: Eten om te leven, en léven willen we allemaal. Amen.