Lees hier de overweging van 12 mei 2024!
PREEK 7e zondag van Pasen B – 11 en 12 mei 2024
Handelingen 1,15-17.20-26; 1 Johannes 4,11-16; Johannes 17,11b-19 oecumenische dienst Uh
Als we in deze wereld van 2024 eens zouden proberen met een soort helicopterview te kijken naar de wereld, naar de mensen, naar de Kerk en de kerken in het algemeen, dan zal ons, méér dan ooit, ook met de kennis van nu, opvallen hoe ongelooflijk veel verschillen er vandaag de dag zijn.
In alles – in klimaat: de grote wateroverlast in Brazilië, de grote droogte in Afrika, de enorme rijkdom in Europa, de stille armoede in sloppenwijken en in grote delen van de wereld, maar ook de verschillen in geloofsbeleving – volle kerken in Zuid-Amerika, Zuidoost Azië, de lege banken in de zondagse vieringen op TV – de fusies van kerken, het tekort aan pastores en predikanten – en dan misschien ingezoomd op mensen: de enorme verschillen tussen groepen mensen en mensen onderling in kleine gemeenschappen en families. Alsof niemand meer gelijk is aan niemand. En het lijkt we alsof we de verschillen nog steeds meer uitvergroot zien: zelfs de oorlogen tussen Oekraïne -Rusland en Gaza-Israël zijn onvergelijkbaar. Hoe, in Godsnaam, kom je tot éénheid, als de verschillen alleen maar groter worden? Ik sprak er wel eens over met iemand die zich bezighoudt met stoornissen bij kinderen in het autisme-spectrum. Hij zei het: Geen kind is hetzelfde, geen mens is hetzelfde. Vraag het aan mensen die uit heel grote gezinnen komen of zelfs aan ééneiige tweelingen – niemand is echt precies hetzelfde. Ooit zei eens een sokkenfabrikant dat je zelfs twee sokken – los van links en rechts – niet hetzelfde kunt maken. Tegenwoordig staat het er zelfs op: links en rechts. U kent dat vast. Maar er zíjn verschillen.
Hoe, in Godsnaam, komen we tot betere onderlinge verhoudingen als die verscheidenheid ogenschijnlijk alleen maar tot conflicten leidt?
We zoeken een antwoord op die vraag en minstens kunnen we ons optrekken aan de woorden van Jezus in het hogepriesterlijk gebed, het 17e hoofdstuk van het Johannes-evangelie. En misschien ligt óók nog een antwoord in het feit dat sinds 1967 in mei van ieder jaar er een Wereld-communicatie-dag (of Wereld-dag voor Sociale Communicatie) wordt gehouden… communicatie…
Als er iets misgaat in de verhoudingen van mensen met elkaar, is het eigenlijk altijd door de communicatie die mankeert… Communiceren betekent: contact houden – of dat nu verbaal, fysiek, schriftelijk of met moderne media is… als de verhoudingen goed zijn, dan kunnen verschillen prima blijven bestaan: dat merken we in de oecumene, dat merk je in straten, binnen onze kerken. Geen sok, geen mens hetzelfde, nou èn? Maar…. de praktijk van het leven en de beelden van de wereld laten zien dat er een hardheid en onverdraagzaamheid over de hele wereld groeit die zich úít in rellen rond universiteiten, die helden –op-sokken, die vernielen en weglopen, in hatelijkheden van de leiders van het oosten naar het westen en andersom, die zich úít in het niet-akkoord gaan met voorstellen tot vrede of een ‘staakt het vuren’ – die zich úít in rellen- die alleen maar geld en mensenlevens kosten. Mensen trekken de sokken uit en beuken erop los. Jezus bidt om eenheid… een bijzonder gebed… Normaal gesproken bidden wij tot Jezus om Hem te danken, te eren en te vragen, maar nu bidt Hij voor zijn apostelen, dus ook voor ons. Hij trekt zijn leerlingen de sokken aan en geeft ze bij wijze van spreken in bewaring bij zijn Vader in de hemel. Hijzelf laat hen los – Hemelvaart – ze zullen hun eigen weg gaan. Een natuurlijk proces – mensen vrij laten kiezen om hun eigen weg te gaan: zoals ouders hun kinderen en kleinkinderen loslaten omdat ze hun eigen weg gaan, en hopen dat dit een goede weg zal zijn. Leerkrachten laten op het einde van een schooltraject hun leerlingen en studenten los, in de hoop dat ze genoeg aan hun voeten hebben aan geestkracht en vertrouwen dat ze het kwade kunnen weerstaan. Daarom bidt Jezus: Vader, bewaar hen…, dat ze het volhouden met de voeten waarmee wij hen in het spanningsveld van de wereld loslaten. Dat ze, al zijn ze kwetsbaar, werken aan eenheid en vrede, aan barmhartigheid, nabijheid, geduld en nog zoveel meer…; Vader, maak dat ze weerbaar en betrouwbaar zijn: dat ze – in al hun verscheidenheid – toch één zijn zoals Wij één zijn. Natuurlijk vraagt God geen uniformiteit, er bestaat geen eenheid zonder verschillen. Mensen verschillen van elkaar in afkomst, huidskleur, cultuur, levensopvatting en godsdienst. Altijd. Die verscheidenheid is gewoon realiteit. Dat is ingewikkeld, zeker. Zo snappen we niet hoe de ene dit Songfestivallied mooi kan vinden en de ander vreselijk, hoe de één enthousiast is over wielrennen, de Giro, en de ander niet uitgepraat raakt over voetbal en de FC. Maar eenheid betekent vooral dat we elkaar, in alle verscheidenheid, het beste gunnen en elkaar op de voeten laten staan. Of je nu arm of rijk bent, ongeletterd of heel geleerd, blank of zwart, van welke geaardheid en achtergrond ook, gelovig of ongelovig…; voor God telt iedereen, iedereen is Hem even dierbaar. Maar God kan slechts God onder ons en voor ons zijn, als wij er zijn voor elkaar. Ons geloof is antwoord op zijn Liefde. Christen zijn we eerst en vooral door te geloven in zijn Liefde. Hierom was het Jezus heel zijn leven om te doen: liefde, die zich uit in verbondenheid en communicatie met een God die niemand uitsluit. Nooit. Amen.