Lees hier de overweging van Zondag 12 maart 2023

PREEK  3e zondag in de 40 dagentijd A – 10 en 11 maart 2023

Wij hebben maar aan een kraantje te draaien en we hebben lopend water.

Een kraan (nee, ik heb deze thuis niet losgeschroefd, wij zijn aan het verbouwen, dus deze lag er nog nieuw te zijn)

Het is geen nieuws dat dit op veel plekken in de wereld zo niet is. Er is gebrek aan water en ontelbaar veel vrouwen moeten een lange weg afleggen om bij een bron of rivier te komen. Want zij en hun kinderen zijn vaak waterdragers in hun land. Veel verhalen uit het ontwikkelingswerk gaan over het graven van waterputten en het aanleggen van waterbekkens.

Water is een noodzakelijk element om te leven. Het boek Exodus brengt ons vandaag het verhaal over gebrek aan water bij de Israëlieten tijdens hun tocht door de woestijn. In de Schrift is water een symbool van Gods goedheid, God die eeuwig leven geeft. Het water dat uit de rots komt is een teken van Gods trouw aan zijn volk.

Zowel in de eerste lezing als het evangelie staat water centraal. We weten dat leven zonder water onmogelijk is, maar dat is het ook met te veel water.

Het is een werkelijkheid waarmee we door de klimaatopwarming voortdurend geconfronteerd worden. In veel landen is leven in sommige regio’s zo goed als uitgeroeid wegens al jaren geen regen meer, terwijl andere regio’s geteisterd worden door vreselijke overstromingen als gevolg van immens veel regen. Zelfs Limburg en veel eerder Zeeland weten ervan mee te spreken. Kennelijk werken de kranen in de hemel anders dan die op aarde.

Het is dus niet verwonderlijk dat in de eerste lezing de Israëlieten in de woestijn ontzettend ontevreden zijn omdat ze al dagen dorst lijden. Zelfs zo boos dat ze spijt hebben dat ze uit de slavernij in Egypte gevlucht zijn, want daar stierven ze ten minste niet van de dorst. Dat maakt duidelijk dat ze nog niet beseffen dat God zijn volk niet in de steek laat. Mozes is het levende bewijs dat God nooit opgeeft: Door Gods toedoen doet zich zelfs iets onmogelijks voor: er komt water uit een rots en wel bij Massa en Meriba: die namen betekenen: Beproeving en Ruzie. Zo richt dat verhaal zich ook tot ons.

Natuurlijk weten wij ook wat ellende en tegenslagen zijn. Natuurlijk weten we ook van ruzies en conflicten, en dat het soms dweilen met de kraan open om iets op te lossen – en net als de Israëlieten vragen we ook wel eens: Is God nu bij mij of niet? Helpt Hij mij of laat Hij mij in de steek?’

Het zijn vragen die veel mensen op de wereld zich stellen. Vragen door onzekerheid en angst. Vragen die in het evangelie ook bij de Samaritaanse vrouw opwellen. Hoe kan een Joodse man een Samaritaanse vrouw te drinken vragen? vraagt zij zich af. Joden willen toch niets met Samaritanen te maken hebben, die zijn volgens hen toch niet gelovig. En mannen praten in het openbaar zeker niet met een vrouw. En dan is er nog de plááts – Samaritanen aanbidden God op een bepaalde berg, Joden in de tempel van Jeruzalem.  Maar hier blijkt: God is niet plaatsgebonden, niet te lokaliseren, niet vast te pinnen. Gods liefde stroomt… als water uit de kraan – niet vast te pakken.

En om nog meer vragen op te roepen, gebruikt Jezus een taal die de vrouw helemaal niet begrijpt. Eerst vraagt Hij water uit bron en dan zegt Hij dat Hij zelf levend water had gegeven als zij Hem om water had gevraagd.

Maar wat is levend water? Komt het uit de kraan? Dat Jezus daarmee de verfrissende aandacht en de bemoediging voor alle mensen, de liefde, vrede en vreugde van zijn Boodschap bedoelt, weet de vrouw niet. Kan ze ook niet weten, maar toch doet zich bij haar een merkwaardige ontwikkeling voor. Eerst noemt ze Jezus een Jood, daarna spreekt ze Hem aan met ‘Heer’ en dan noemt ze Hem een profeet, en ten slotte sluit ze niet uit dat Hij de Messias is. En om het helemaal af te maken, wordt ze zelfs zijn eerste missionaris, zijn eerste apostel: ze rent naar de stad en vertelt enthousiast haar stadsgenoten dat ze misschien de Messias ontmoet heeft. Als een bron, als een kraan die afgesloten is geweest, zo gaat haar leven weer stromen. En zo neemt deze Samaritaanse vrouw met haar duister verleden met haar woorden anderen mee in de stroom. Het heeft alles met geloof te maken – Paasgeloof, met het vertrouwen dat elke mens weer kan opstaan uit de diepste ellende, dat er altijd leven, levend water, is om je aan te laven. Dat we allemaal voorbeeld kunnen zijn voor zoekende, dorstende mensen naar wat vastigheid en vertrouwen. geloof. Zij… heeft geen naam, dus ieder van ons zou het ook kunnen zijn. Amen.