Preek van 6 juni 2021

PREEK SACRAMENTSDAG   6 juni 2021

Exodus 4,3-8 Hebreeën 9, 11-15; Mattheüs 14,12-16,2-26

Het is goed te merken dat de wereld en de samenleving weer open gaan – op de weg is het stukken drukker, de terrassen zaten vol deze week, overal, de winkels hebben zich vernieuwd: het zomer-assortiment is volop beschikbaar… Daaraan merken we dat wij, als mensen, altijd gewend zijn aan ontwikkelingen en veranderingen… altijd is het morgen anders dan vandaag – van de auto’s die je ziet, kleur en model, de huizen die worden gebouwd, de kleding die mensen dragen… niets blijft hetzelfde…

Werkte ik vroeger (en eerlijk gezegd nog steeds) altijd met multomappen, 17-rings of 23-rings of 4-rings… tegenwoordig zie je overal bij vergaderingen en groepen, in besturen en onderwijssituaties boekjes, opschrijfboekjes, alles in één boekje. Handig en soms ook onhandig. Altijd doen mensen ‘t weer anders.

Het bijzondere aan deze verschillende manieren van vastleggen is: uit de multo kun je bladen er uithalen – die zijn dan weg en kunnen vervangen – in het boekje bewaar je alles, altijd. Je kunt altijd terugvallen op wat je ooit schreef.

Nu is het zo dat wij als kerken weliswaar verschillende liturgische kleuren en tijden kennen, vandaag eindigt de witte tijd, vanaf volgende week weer een lange groene tijd – maar wat we ten diepste doen, belijden en de vorm waarin we dit doen, is elke week op eenvoudige wijze hetzelfde. De woorden van de Bijbel zijn steeds anders, maar wel altijd met hetzelfde doel opgeschreven en voorgelezen. Je kunt het over liederen en woordkeus van mening en smaak verschillen – maar de kern van wat wij vieren, is altijd hetzelfde. En in de R.K.-traditie is de echte kern toch het sacrament, het Heilig Sacrament – in het Jodendom vertegenwoordigd in de Ark van de verbond die in de tent van samenkomst stond – in het christendom in het Tabernakel, de Monstrans of in het Heilig Brood dat we ontvangen. En dat Sacrament verandert niet, nooit. Natuurlijk zullen theologen en voorgangers zeggen dat de betekenis en de beleving van dit sacrament wel steeds is veranderd, maar in zichzelf verandert het niet.

De lezingen van Sacramentsdag laten zien dat wat wij doen, al zo oud is als mensen in God geloven. Als Mozes in de eerste lezing de woorden van de Heer uitspreekt als leefregel, dan zegt het volk ‘amen’ daarop – ‘ja, dat zullen wij doen’. En Mozes bouwt een altaar – als teken dat het hele volk van Israël – 12 stammen, iedereen dus, daar kon offeren aan God. En het bloed, het teken van leven, werd zowel met God (het altaar) als met het mensenvolk verbonden– want God en mensen vormen samen de wereld, één geheel. En dat, dat is nooit veranderd… altaren bestaan nog steeds – en uit de 12 stammen komen de 12 apostelen voort – de apostelkruisjes in de kerken, de 12 artikelen van het geloof… Dat is nooit veranderd. En het verhaal van het laatste avondmaal, het Evangelie, beschrijft hoe mensen dat verbond zijn blijven gedenken – op de wijze van Jezus, nooit veranderd. Zowel de Joodse als de christelijke traditie van het verbond laten zien dat het leven geen multomap is, waar je wat uit kunt scheuren, maar een opschrijfboekje… Ons verhaal met God, daar zijn geen bladzijden uit te scheuren: altijd opnieuw probeert God met zijn woord ons te bereiken, altijd opnieuw wordt ons voedsel aangereikt dat onze honger naar geloof en zingeving stilt. En altijd opnieuw ontvangen we de zegen en de zending om Gods woord te beleven en om te zetten in daden en om het brood te blijven breken. Wij noemen dit het Sacrament omdat deze ontmoeting, dit contactmoment tussen God en mens, nooit echt verandert: misschien nog qua vorm maar niet van inhoud.

Ja, natuurlijk is het moeilijk te geloven dat God in het Heilig Brood aanwezig is – voor alle mensen, alle eeuwen door – dat is ook het mysterie, een geheim – maar omdat er nooit een bladzijde uit Gods boekje is gescheurd, omdat dit gebaar van Jezus misschien wel het belangrijkste hoofdstuk van zijn leven is geworden, daarom pakken we het boekje altijd weer, week in, week uit, wereldwijd, overal. De Eucharistie is onveranderlijk, ondanks verschillende vormen. Natuurlijk vinden wij het jammer dat er onvoldoende priesters zijn om altijd eucharistie te vieren, maar net zoals brood en wijn naar het altaar worden gebracht en de consecratiewoorden worden uitgesproken, zo dichtbij is Jezus ook als wij voor de communie naar voren komen en gedenken dat dit niet alleen iets is wat 2000 jaar geleden gebeurde, maar Jezus komt zelf levend in ons midden, met alle liefde en verzoening die Hij mensen geeft. Uiterlijk zien we brood en wijn. Maar voor wie gelooft en het hart laat raken, is Jezus zelf aanwezig. Hij geeft zich aan ons, daar is nooit, nooit een bladzijde van uitgescheurd, daar is nooit, nooit iets aan veranderd.

Alles verandert, maar God verandert niet. Alles kun je vervangen – bladeren eruit, nieuwe erin, maar er bestaat geen nieuwe God en het Sacrament van Gods ontmoeting met ons, dat is onveranderd.

Het verbond van God met ons, staat vást, opgeschreven, en wie schrijft, die blijft. Amen.