Preek van 20 juni 2021

PREEK 12e zondag door het jaar B 19-20 juni 2021 ‘wekker’

Job 38, 1.8-11; 2 Korinthe 5, 14-17; Marcus 4,35-41

Ja, dat is wel wat mensen vaak deze afgelopen 15 maanden zeiden: deze hele wereldwijde pandemie is als een soort ‘wekker’– iedereen is opeens alert, wakker geschrokken uit veel vanzelfsprekendheden, uit een wereld die heel snel draaide en waarin alles mogelijk was… en opeens moet je dagelijks opletten, thuisblijven, voorzichtig zijn, want…’kijk uit, we vergaan’ om het maar met woorden uit het evangelie van vandaag te zeggen. Ja, wakker zijn we wel geworden. Je durft bijna nergens naar binnen zonder mondkapje, je vraagt je overal af ‘is het er druk?’ en ja, er zijn nog steeds dingen die we maar niet doen omdat we niet weten of het mag en of het veilig is. Wakker, dat zijn we. Gewekt en opgeschrikt door een heel nieuwe ervaring en zeker ook door het besef dat we veel zèlf regisseren maar dat er ook veel méér is dan we dachten in de hand hebben, maar het dus niet hebben – en ja, veel mensen leggen in deze pandemie toch de bal bij God. Stuurt God ons een virus, een ziekte? Het is een vraag die Job, in de eerste lezing, ook werd verteld – zijn vrienden zeiden: Job, je zal het wel verdiend hebben, anders kreeg je het niet. Ter verduidelijking: de Job, uit de eerste lezing, was zo ongeveer de rijkste mens in het Oosten. Hij had zeven zonen, drie dochters, bezat 7000 schapen, 3000 kamelen, 1000 koeien, 500 ezels en heel veel knechten, slaven en slavinnen. Maar op een dag verloor hij alles: zijn massale kudde werd gestolen, zijn knechten en slaven werden omgebracht, zijn zonen en dochters kwamen om het leven toen het huis waarin ze zich bevonden door een plotse orkaan op hen neerstortte. En toen werd hij ook nog melaats. Hoe diepgelovig hij ook was, even gaf hij God de schuld van al zijn misère. In de tekst van vandaag horen we hoe God daarop reageert. Hé Job, luister eens- dat zeg je nu wel, maar: ‘Waar was je toen de zee tegen haar poorten beukte en Ik, God, daar paal en perk aan stelde?’ en je kunt dit verder trekken: in feite vraagt God aan Job en ook aan ons: ‘Waar was je toen Ik je de prachtige aarde in bruikleen gaf? Waar was je ook toen bossen werden gekapt, de lucht vervuilde en het klimaat op hol sloeg? Hoe ben je omgegaan met die wereld van liefde en vrede die Ik je geschonken heb? Ik, God, heb al zo vaak de wekker laten aflopen!’ En net als Job is daarop geen antwoord te geven.

We ondergaan alleen maar. Er klinken in die vragen van God nog volop nieuwe vragen door: ‘Mensenkind, word wakker en stel jezelf de vraag: waar was ik toen medemensen door vreselijke dingen getroffen werden? Wat doe ik tegen armoede? Wat doe ik voor oorlogs- en bootvluchtelingen, voor een medemens die eenzaam is? Want eerlijk is eerlijk:elke ramp is feitelijk een ‘wake-up-call’ en elke storm in ons eigen leven of in het leven van onze naasten, doet ons de ogen openen voor een nieuwe morgen. Zo lezen we ook het evangelie deze dag: Jezus en de apostelen steken het meer van Galilea over en plots ontstaat zo’n hevige storm dat ze bijna zinken. De apostelen raken in paniek, vooral ook omdat Jezus rustig ligt te slapen. Moet de wekker niet aflopen? Herkenbaar vragen ze: ”Meester, waarom slaapt U? Ziet U niet dat wij vergaan? Natuurlijk stellen wij, mensen, vragen, als er erge dingen gebeuren…als er groot lijden is. Natuurlijk kun je je ook afvragen: hier, en in de hele wereld: Kunnen we eigenlijk vergaan met God aan boord? “Nee”, zegt de evangelist Marcus. We horen Jezus tegen de storm zeggen: “Zwijg stil” en daarmee doet Hij wat God in ons leven en in onze wereld doet: Hij dringt zich niet op, Hij laat zijn leerlingen vrij. Pas als ze hulp inroepen, grijpt Hij in. Zo is God dus, zo is Jezus: Hij dwingt ons niet onze vrije wil op te geven, ook niet in de storm waarin ons leven kan terechtkomen. Pas als we hulp vragen, komt Hij te hulp. We hoeven God niet wakker te maken – als we zelf de wekker van ons geloof maar niet vergeten te zetten.

De volgende vraag van Jezus is dan ook: “Waarom ben je zo bang? Hoe is het mogelijk dat je geen geloof bezit?” Een vraag aan ons en ook zelfs aan de Kerk vandaag. Natuurlijk zijn er momenten dat wij twijfelen, natuurlijk voelen we ons wel eens verlaten. En natuurlijk worden we net als Job door vrienden en betweters wel eens beklaagd of beschuldigd of niet begrepen: eigen schuld, dikke bult. Maar de kunst is om te blijven geloven, om ons te laten wekken en roepen. Ook als alles anders loopt.

We schrijven de zomer van 2021…en soms lijkt de pandemie al ver weg – ook al is wereldwijd het aantal overlijdens heel hoog. Maar waarom bang zijn? Uiteindelijk komt alles goed en Jezus zelf, Hij was daar letterlijk het cruciale voorbeeld van. Amen.