Preek van 18 oktober 2020 Wehe-Den Hoorn en Uithuizen
Deze week zijn er twee preken. Dit is de preek die in Wehe-Den Hoorn en Uithuizen te horen was. Deze preek is geschreven door Pastor Hamersma
Preek 29e zondag door het jaar A – Missiezondag Noord-Groningen
De verhalenverteller – Mattheüs 22, 15-21
Het is alweer best lang geleden dat ik in Afrika was – in 1989 Ghana, in 2005 in Sierra Leone, beiden landen in West-Afrika. En ja, je haalde inentingen en vooral werden we gewaarschuwd voor de malaria-mug – neem een klamboe mee, zei iedereen die er ooit geweest was. Zo is het gegaan… Er was een uitnodiging van de broeders van Maastricht om wat broeders, verspreid over het land Ghana, te komen opzoeken die daar in de 80-er jaren volop in het onderwijs werkten- en later werd ik uitgenodigd bij een dominee in Sierra Leone die 60 weeskinderen opving en met een Nederlandse pianiste een weeshuis bouwde met scholen en personeel enzovoort…Afrika, West-Afrika – een speciaal plekje in mijn hart. Verhalen, ontelbare verhalen zijn bijgebleven.
En wat je er zag waren kinderen, heel veel kinderen – zon en muggen…
De klamboe was erg welkom, beide keren.
Maar wat vooral opviel, was dat mensen blij waren, druk met overleven en blij met alles, maar dat ze vooral ‘verstrikt’ zaten in zorgen om hun kinderen, om gezondheid, om geld, om toekomstmogelijkheden…Vooral de vrouwen daar waren dag en nacht bezig met eten, met kleding wassen, met zorgen dat het leven van hun kinderen doorging. Alles in het teken van gezondheid.
Ja, dat was toen, 31 en 15 jaar geleden…. het lijkt een eeuw geleden…maar zóveel van wat er nu gebeurt in landen als Niger en Nigeria, in Liberia maar ook de landen waar ikzelf was, lijkt hetzelfde: alsof er nog steeds een klamboe, een sluier over deze landen ligt die hen verhindert om vooruit te komen, om de zon te voelen en vrij en zorgeloos te zijn. En misschien nu nog méér dan ooit…De corona-pandemie treft hen, na ebola in 2014 en 2015, ook hard, al gaat het vertraagd vergeleken bij West-Europa hier. “Virussen hebben geen nationaal gevoel en geen grens houdt ze tegen” zo zeggen Afrikaanse bisschoppen. Natuurlijk, ook dáár doen wetenschappers en zorgverleners wat ze kunnen om de bevolking te helpen, te beschermen. Wij, wij begrijpen dat nu, nu we zelf ook getroffen worden, en niet een beetje…maar hoe kunnen we enerzijds hen afhelpen van het verstrikt zijn in de armoede en hopeloosheid en anderzijds: hoe beschermen we hen niet alleen tegen malariamuggen maar ook tegen dat enge virus? Welke klamboe helpt? Inmiddels zijn in alle Afrikaanse landen mensen positief op corona getest en de aantallen stijgen ook daar dramatisch. Veel Afrikanen zijn zich amper bewust van de gevaren van het virus voor de gezondheid. Met mensen omgaan op gepaste afstand is voor een straatverkoper of voor een marktkoopvrouw met haar groentekraam een absurd idee. Om iets te verkopen, zoeken ze juist de nabijheid van mensen. Miljoenen mensen in Afrikaanse landen hebben gewoon niets te eten wanneer ze een dag niet hun werk als schoenpoetser, taxichauffeur of krantenverkoper kunnen uitvoeren. Sociale zekerheid en een vast salaris bestaan niet in hun economie. Ze vechten om te overleven. De ernstige economische gevolgen van de coronacrisis geven hen nóg veel meer zorgen om hun bestaan. “Verstrikt” zoals je in zo’n klamboe verstrikt kunt raken…geen einde en geen begin zien, geen zon meer zien… dat zien we in ‘t evangelie ook gebeuren: Jezus wordt ook verstrikt in de klamboe van de Farizeeën: ze kunnen Hem niet uitstaan, dus willen ze Hem pakken met een strikvraag: Of er nu wel of niet belastingen moet betaald worden aan de keizer? Zegt Jezus ‘ja’, dan schaart hij zich aan de kant van de Romeinse bezetter en verliest hij de steun van het volk. Maar als Jezus ‘nee’ zegt, dan komt hij in feite in opstand tegen de Romeinse keizer, toentertijd keizer Tiberius. Hij kan dus eigenlijk geen kant op. Jezus ontwijkt hun vraag met: ‘Wiens beeld en opschrift staat er op de munt?’ en zij kunnen niet anders dan antwoorden: Van de keizer. Waarop Hij antwoordt: ‘geef dan aan de keizer wat de keizer toekomt m.a..: betaal gewoon belasting zoals het hoort en geef aan God wat God toekomt.’ En God vraagt alleen maar liefde…. God en de keizer. Het lijkt erop dat God meer en meer onzichtbaar wordt, klem en verstrikt in alle geldzorgen en geldzaken… tot misschien vandaag als er temidden van oplaaiende conflicten en problemen als honger, armoede én nu ook nog de coronapandemie toch stemmen van hoop klinken: Stemmen van zusters, van kerkelijke medewerkers, van ontwikkelingswerkers die namens Missio zich actief inzetten om mensen zowel qua gezondheid als qua economie gezond te krijgen, om ze uit de wirwar, de strikken, de beklemming van armoede en wanhoop te halen en hen weer licht te bieden. Geld en gezondheid, God en geluk, het lijkt met elkaar te strijden, maar al die g’s samen komen onder de klamboe uit vandaag als wij zien waar we aandacht en evt. geld kunnen geven. We hebben immers net als de verhalen-verteller, maar één échte opdracht in het leven: medemensen gelukkiger maken. Laten we daar maar mee beginnen, nu. Amen.