Preek van 15 augustus 2021

PREEK MARIA HEMELVAART 2021

Openbaring Johannes 11, 19a;12,11.3-6a.10b, 1 Korinthe 15, 2-26; Lucas 1,39-56   medaille

Inleiding

Maria-Hemelvaart, Maria Tenhemelopneming – een feest dat overal in de wereld op deze dag wordt gevierd.

In de evangelielezing horen we niets over Maria’s tenhemelopneming: Elk jaar wordt het verhaal van Maria’s bezoek aan Elisabeth gelezen, en niet alleen in de lezingen vandaag, maar in heel het Nieuwe Testament is over Maria’s opneming ten hemel iets te vinden.

Waarom viert de kerk dat feest toch, als het niet in de Bijbel staat?

De viering ervan gaat terug tot de vierde eeuw, en heeft te maken met de overtuiging dat degene die moeder van God is (theotokos), dat zij gevrijwaard van de dood is. En de Kerk leert dat zij temidden van de apostelen ‘ontslapen’ is, dat zij met lichaam en ziel in de hemel is opgenomen en bij God leeft. In Jeruzalem staat de kerk van Maria Dormition op de plaats waar zij het laatst was – en in de Oudkatholieke en de Orthodoxe kerken heet dit feest ook ‘het ontslapen van de Maria’. Maar wat ons vooral in dit Mariafeest aanspreekt, is dat Maria mens is zoals wij. God laat zijn moederlijke gezicht zien in Maria. Net als wij kende zij geluk en ongeluk, vreugde en verdriet, zekerheid en onzekerheid, vertrouwen en angst. En daarin bleef zij trouw en bleef zij geloven. Zij ging niet ten onder aan pessimisme en wanhoop, ook niet toen haar kind moest geboren worden in een stal, ook toen ze naar Egypte moesten vluchten, ook toen Hij als een misdadiger aan het kruis werd geslagen.

Dat is wat ons tot haar aanspreekt in haar en waarom we met onze gebeden en kaarsen bij haar om haar steun vragen: dat wij niet ten onder gaan aan onoplosbare problemen en tegenslagen, aan ziekte en ellende. Zij is een voorbeeld op onze levensweg.

Overweging

Toen in 1987, tegen het einde van zijn leven, er ooit eens een interview was met kardinaal Alfrink over zijn leven en over zijn heengaan – en men vroeg hem: “Gelooft u dat u naar de hemel gaat?” toen antwoordde de oude kardinaal:

“We zullen met God zijn.” Een bijzonder antwoord. We kennen de Bijbelse uitdrukking ‘God met ons’ Immanuel, zoals het op de zijkant van onze munten staat, maar de kardinaal draait hij het om: ‘God met ons’ wordt ‘wij met God’.

Je zou kunnen zeggen: dit zijn twee zijden van dezelfde medaille. Het einde van ons aardse leven is het omdraaien van de medaille. Over medailles gesproken:

U hebt ze afgelopen week natuurlijk ook in de kranten en op t.v. gezien: onze 38 NL sporters met de Olympische medailles – en het viel zomaar op bij het fotograferen en het ontvangen van die medailles, dat de ontvangers áltijd even de medaille omkeren…wat staat er aan de ene kant, wat aan de andere kant? Want als geen ander weten deze sporters dat ‘topsport bedrijven’ absoluut twee kanten heeft: het is éér en roem en voldoening, maar het is ook pijn lijden, teleurgesteld worden door anderen en door jezelf – het is vandaag ‘hoera’ en morgen kent men je niet meer, of men bedreigt je zelfs (voetballer Stefan Berghuis), en het is vooral toch doorgaan, ook al moet je in quarantaine, ook al moet je maatje naar huis, ook al ben je vierde geworden.

Twee kanten van dezelfde medaille. Elke medaille heeft zijn keerzijde.

De aandacht voor Maria laat ons heel duidelijk die twee kanten van de medaille zien: de twee kanten van haar leven, de twee kanten van wat zij zingt in het aloude Magnificat: Zij leefde van de gedachte ‘God met ons’ ‘en zij is blijven geloven dat tot vervulling zou komen wat haar vanwege de Heer was gezegd. Het omdraaien van de medaille vieren we vandaag. ‘God met haar’ wordt uiteindelijk ‘zij met God’. Wat zij betoogt in haar protestlied is dat God reddend ingrijpt en machts- en bezitsverhoudingen omkeert. Niet wie het goud, zilver of brons dragen, zijn de winnaars. Het is een jong meisje dat toekomst in zich draagt, dat God in zich draagt… een nieuwe jonge ster…

Het oude verhaal van Israël, van Abraham, gaat in haar verder.

Ook in de Apocalyps, de eerste lezing, komt Maria in beeld, al wordt zij niet bij naam genoemd. Zij is dat grote teken aan de hemel. Zoals Maria leefde in een tijd van vervolging, zo weten we van het Magnificat, toen machtige heersers – de draak – net als de Taliban in Afghanistan, probeerden de kleinen te overwinnen. En Paulus, de tweede lezing, die ook nauwelijks over Maria spreekthoren we over de centrale plaats van de verrijzenis in het christelijk geloof “Christus is opgewekt uit de doden als eersteling van hen die ontslapen zijn”.

Ook in die tijd al was daar twijfel over – en Paulus deed juist zijn best om de medaille om te draaien, dat sterven betekent: met God zijn.

Ook het evangelie zegt niet veel over het leven van Maria. We lezen dat zij na het heengaan van Jezus samen met de apostelen en een grote groep samen was, maar waar en hoe ze gestorven is, staat niet vermeld. Geleidelijk heeft de kerk duidelijker gesproken over de rol van Maria in het leven van Jezus en haar invloed voor de kerk. En de medaille die de Kerk haar toekent, is dat zij met de woorden “Zie de dienstmaagd van de Heer; mij geschiede naar uw woord “(Lc. 1,37) zich ontvankelijk verklaarde, beschikbaar, boodschapper van goed nieuws. Zij zingt haar lied, het Magnificat, dat elke dag in kloosters wordt gebeden en gezongen en zij kan niet genoeg zeggen dat God de kleine verheft en de hoogmoedige tot nederigheid maant, de trotse-van-hart uiteenslaat…

Bij de medaille-uitreiking in Tokyo en Den Haag, klonk dat woord ‘trots’ nogal eens: Maar wat is ‘trots’? Als we zó vol van onszelf zijn dat er geen plaats is voor anderen, niet voor God, verdienen we dan medailles? Staan de nederigheid en de eenvoud van Maria juist niet voor onderdanigheid maar voor respect voor al onze medemensen, met of zonder roem? Maria zingt: “God overlaadt de hongerige met gaven en rijken zendt Hij heen met lege handen” ‘Hongerig’ staat hier immers voor wie streeft naar goedheid, bescheidenheid, liefde… die wordt door God overladen met inzicht, rust en vertrouwen. De zogenaamd rijken eindigen uiteindelijk met lege handen, omdat ze alleen zichzelf hebben.

Met die wetenschap zien we de beelden van Afghanistan voor ons- en zoveel bezorgde moeders om hun kinderen. Ook zij zouden net als Maria gehuldigd kunnen worden om hun eenvoud, hun zorg, hun wijsheid en dienstbaarheid. De tenhemelopneming van Maria is een bijzondere feestdag. Een dag waarop niet Jezus centraal staat, maar Maria, God was met haar, zij was met God, zij was een mens zoals wij. Geloven als zij is topsport. Zij verdient vandaag de medaille… en we boffen: Want als Maria ten hemel is opgenomen, zullen ook wij, mensen, eeuwig leven bij God, en daar doen we het uiteindelijk allemaal voor. Amen.