Preek van 13 december 2020
PREEK DERDE ZONDAG ADVENT B 13 december 2020
Jesaja 61, 1-a.10-11; 1 Tessalonisenzen 5, 16-24; Johannes 1, 6-8.19-28
Al heel lang heeft de derde zondag van de advent zijn eigen naam. Het is de zondag van Gaudete. Gaudete, dit zijn de beginwoorden van de Latijnse intredezang, het introïtus. Gaudete, dit Latijnse woord betekent: “wees verheugd, wees blij.” Het zijn woorden ontleend o.a. aan de brief van de apostel Paulus aan de christenen van Thessalonica, onze tweede lezing vandaag. Het is de oudste bekende brief van Paulus. We horen zijn oproep, om blij te zijn en ons te verheugen. Kun je blij zijn op commando?
Tegenwoordig kunnen we in de mail en in de whatsapp het mooi uitdrukken met smileys of emoticons– een lachend gezichtje of een huilend gezicht…zo’n tekentje zegt méér dan woorden… het drukt gevoel uit en de bedoeling van woorden…Jesaja, de profeet van de advent, zet ons in de eerste lezing duidelijk op het spoor van de vreugde (Jes.61,1-11). Hij verwijst naar iemand die de mensen in ballingschap áánzet om blij te zijn. En het is natuurlijk wáár: er is alle reden om blij te zijn wanneer armen de blijde boodschap horen, wanneer zieken genezing vinden, als gebroken harten getroost worden, als gevangenen vrijkomen, dan is er vreugde. Vreugde is dus een antwoord, een reactie, eigenlijk een reactie op ellende…lachen en huilen zijn staan vaak niet los van elkaar…lachen is bijna altijd een reactie…
Nou, dan zijn we in de goede tijd beland want ellende is er genoeg…
Zo somber was een persconferentie nog nooit als afgelopen dinsdag… we zongen bij de Adventskaarsen de tekst “laat nimmer toe dat het duister tot mij spreekt”– het was vast niet zo bedoeld, maar het voelt wel zo…alsof het duister tot ons sprak. En misschien is het ook niet verkeerd om zelfs op deze ‘vreugdezondag’ gewoon toe te geven, bijna te accepteren, dat we als wereld, als land, als mensen, als kerk wel degelijk op dit moment in de problemen zijn. Alleen dat ‘toegeven’ helpt al een beetje…Ellende kan maar het beste soms benoemd worden… En God er dan bij betrekken, kan misschien ook nog helpen. Maar hoe???
Van oudsher zijn wij als gelovigen geneigd om ellende weg te praten door er de positieve kanten van te benoemen… we zeggen b.v.: deze pandemie is niet leuk, maar misschien gaan mensen nu wel meer bidden of wellicht bezoeken ze vaker een online-viering! Of we geloven dat God ons met dit wereldwijde virus iets wil zeggen. Dat wij het milieu te veel hebben uitgebuit of veel te egoïstisch met de natuur omgingen bijvoorbeeld… Het liefst plakken we er beide smileys op, met een lach en een traan. Maar in feite zijn dat pogingen om weg te kijken van de ellende en de aandacht op een andere wereld te richten…. Wonderlijk! Van de Anglicaanse bisschop en nieuwtestamenticus Tom Wright kwam deze zomer een boek uit dat heet ‘God en de pandemie’, en daarin zegt hij: Bijbelse teksten helpen juist om niet te veel weg te kijken van de ellende… zie het maar onder ogen, klaag er maar over. En maak je geen illusies: God biedt ons geen uitweg uit de ellende. Sterker nog: God biedt zichzelf ook geen ontsnapping uit de ellende. Ellende is ellende. Maar daardoor juist zien we dat mensen, net als de eerste christenen, opeens wel anders met epidemieën omgaan: ze zagen de ellende niet meer als hun onomkeerbaar lot of als de daad van een boze God, maar ze bouwden hospitalen, zetten de armenzorg op, en toonden hun meeleven met mensen die in de ellende zaten. Ze keken niet langer weg van de ellende, maar zochten oplossingen in de overtuiging dat Gods leiding over deze wereld juist zichtbaar wordt als mensen de handen uit de mouwen steken.
Je vindt dus God vanuit de hemel terug als je je met de aarde gaat bezighouden. Je kunt dus het huilende gezicht ook veranderen in een lach. Het bijzondere is: dat doet Johannes de Doper in het evangelie ook al: hij voelde zich gezondene van God naar de aarde toe – niet om zelf Licht of profeet of Messias te zijn, maar om te wijzen naar de aarde zelf en de mensen uit te dagen wegen recht te trekken voor de Heer. Hij houdt zich bezig met aarde, met sandalen, met grond onder de voeten – en ook: met water om te dopen…met andere woorden: om de aarde en de hemel met elkaar te verbinden. En dat lukt…mensen komen in actie…dat doet Advent.
Deze sombere tijd, in ‘t weer buiten en in teksten, wordt met licht overspoeld.
Natuurlijk, wij kunnen niemand in deze tijd aanraden om blij te zijn. En de vraag is of een pessimist een optimist kan worden??? We kunnen onze blik en onze mond wel soms van richting veranderen. Niet altijd met het hoofd naar de grond, maar om je heen zien…en dan is er altijd èrgens een straaltje of streepje licht! Dat is zondag Gaudete! De wetenschap, het vertrouwen, de hoop dat er iemand ‘komt’ (Advent betekent ‘komst’) die het licht zal doen dagen, die de gelaatsuitdrukking van mensen doet veranderen– en door Wie we weten dat aan alle ellende ook ooit weer een einde komt. Laat Hem maar komen. Amen.