Preek van 10 oktober 2021

OVERWEGING  28E zondag door het jaar B – missiezondag 9-10 oktober 2021

Wijsheid 7, 7-11; Hebreeën 4, 12-13; Marcus 10, 17-30 Vd, Ws, Dz  ‘steen’

We weten het inmiddels wel: het grote verschil in Nederland wordt steeds duidelijker weer: we noemen het: Steenrijk en straatarm…en sterk dat beide worden met dode stenen worden gecombineerd… Steenrijk en straatarm …Bij het aan het licht komen van het kindertoeslagen-onrecht schrokken we al van de verhalen en nu ook de energieprijs opeens zeven keer zo hoog blijkt te worden als vorig jaar, wordt het leven van veel mensen met grote snelheid ook opeens heel anders… dingen waar je nooit over na hoefde te denken, zijn nu heel belangrijk … Rijkdom en armoede zijn voor alle formaties van regeringen altijd een thema geweest en dat zal dit jaar niet anders zijn. En nee, mensen kunnen steen en been klagen, je kunt je schouders ophalen, maar niemand heeft een hart van steen

Toch kunnen we ons misschien best wel verplaatsen in de jongeman in het evangelie: alles hebben en toch niet gelukkig…ook die groep bestaat in onze mooie woonwijken – ogenschijnlijk niets mis mee maar toch is er een gemis, een leegte, een steen op onze maag. Wat doe ik verkeerd? De jongeman gaat zelfs voor Jezus op de knieën en stelt een vraag die we zelf diep in ons hart ook wel stellen: hoe kan ik het eeuwig leven verwerven? Hoe houd ik geluk vast? En dan denken we misschien niet eens zozeer aan leven na de dood als wel aan een leven dat eeuwigheidswaarde heeft – een leven waarin we herinneringen maken voor wie na ons komen, een leven dat ‘duurzaam’ is en dan in alle betekenissen van het woord…het is duidelijk een zoeken naar het hart, het doel en de zin van zijn leven. Het gaat die jongeman in t evangelie niet om wat hij bereikt heeft, maar om de vraag naar het ‘waartoe leef ik eigenlijk’?  En ja, natuurlijk is het prettig als we alles hebben wat ons hartje begeert…want voor een steen kunnen we niets kopen… we hebben alles en kunnen vaak niet eens meer iets verzinnen voor onze verjaardag, maar… toch ontbreekt er iets…met die vraag komt hij bij Jezus – en Jezus hoeft niet na te denken: Ga verkopen wat je bezit en geef het aan de armen – dan heb je al een schat in de hemel – en kom dan terug om mij te volgen.

Oef… hij had ongeveer alles verwacht, maar…dit niet.

Ja, bezit kan ook verlammen, de mens binnen stenen muren vastzetten, gefixeerd op wat ie heeft – dan bestaat de ander niet meer. Nee, natuurlijk was dit niet een slechte mens, hij kende de tien geboden, hij deed wat ie moest doen: prima.  En toch: wat heb je nodig om echt gelukkig te zijn- een geluk dat blijft?

De eerste lezing is een ode aan de wijsheid: koning Salomo is hier aan het woord, die koning die bekend was om zijn wijsheid. Hij zingt hier dat hij die wijsheid gekregen heeft door er om te bidden. Ze is het kostbaarste van zijn bezit, ze staat boven scepters en tronen, boven goud en zilver en diamant, en ook boven gezondheid en schoonheid. Wijsheid…

Er is dus méér belangrijk dan bezit… absoluut… maar … en we even verder kijken en we horen dat in het kader van Oktobermaand-Wereldmissiemaand  Missio-Nederland dit jaar het wat onbekende land Guinee naar voren schuift, een land in West-Afrika dat tot 1958 een Franse kolonie was, en dat heel rijk is aan grondstoffen, zoals bauxiet, een aluminiumerts uit gesteente, maar dat alle opbrengst naar buitenlandse bedrijven en de rijken gaat, zodat er grote armoede heerst onder de bevolking, zowel in de grote steden als op het platteland. Alleen al scholen en weeshuizen hebben dringend bedden nodig, er is een tekort aan klaslokalen en goede voeding voor kinderen en moeders. Ook daar geldt: rijkdom houdt mensen gericht op zichzelf …

Gelukkig zijn er zusters in het meest zuidelijke bisdom van dit onderontwikkelde land gekomen, die zich om de kinderen bekommeren…

Dat is precies wat Jezus van die jonge man en dus ook van ons verlangt: dat we meer doen dan ons aan de tien geboden houden, maar vooral afstand nemen van onze heb-wensen, van onze drang naar rijkdom en bezit om juist ons steentje aan het oplossen van de nood van mensen. Dat is wel een kunstje… dat gaat niet vanzelf…het is bijna godsonmogelijk om zowel God te dienen als Jezus te volgen en ook nog overal afstand van te doen…

En toch, zegt Jezus, is dát de weg…de Hebreeënbrief zegt het heel mooi: God weet wat ons van binnen bezig houdt – Hij ziet iedereen, rijk en arm…

En ja, ook als wij een steen op de maag hebben om het leed van anderen of misschien wel om onze eigen leegte – er is geen God die ons laat tobben. Maar diezelfde God heeft wel helpers nodig, missionarissen, zusters en broeders van mensen die door de stenen rijkdom heen-kijken en weten wat hen te doen staat.

Wijsheid is een groot goed om. Steenrijk, straatarm…en alles er tussenin… Missionarissen zijn we dus allemaal, ook op onze eigen vierkante meters. Amen.