Preek van 1 november 2020

EERSTE LEZING uit de Openbaring van Johannes  21,1-5a.6b-7
Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen, en ook de zee bestond niet meer. En de heilige Stad, het Nieuw-Jeruzalem, zag ik neerdalen van God uit de hemel, toegerust als een bruid, die voor haar man is getooid. En ik hoorde van de Troon een machtige stem en ze sprak: Zie, de Woonstede Gods bij de mensen: Hij zal zijn Tent bij hen spannen. Zij zullen zijn volk zijn, Hij: God met hen! Elke traan wist Hij weg uit hun ogen; En nooit zal de dood er meer zijn, Geen rouw, geen geween en geen smart; Want het vroegere is voorbij! En Die op de Troon is gezeten, sprak: Zie, Ik maak alles nieuw! En Hij vervolgde: Schrijf op! Want deze woorden zijn trouw en waarachtig. En Hij sprak tot mij: Het is geschied! Ik ben de Alfa en de Omega; Het Begin en het Einde! De dorstige zal ik te drinken geven uit de bron des eeuwigen levens, om niet. Die overwint, zal dit alles beërven; Ik zal hem tot God zijn, hij Mij tot zoon.

Uit het Heilig EVANGELIEvan onze Heer Jezus Christus volgens Marcus16, 1-8

Toen de sabbat voorbij was kochten Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus, en Salome welriekende kruiden om Hem te gaan balsemen. Op de eerste dag van de week, heel vroeg, toen de zon juist op was, gingen zij naar het graf. Maar ze zeiden tot elkaar: “Wie zal de steen voor ons van de ingang van het graf wegrollen?” Opkijkend bemerkten ze echter dat de steen weggerold was; en deze was zeer groot. Binnengetreden in het graf zagen ze tot hun ontsteltenis aan de rechterkant een jongeman zitten in een wit gewaad.  Maar hij sprak tot haar: “Schrikt niet. Gij zoekt Jezus de Nazarener die gekruisigd is. Hij is verrezen, Hij is niet hier. Kijk, dit is de plaats waar men Hem neergelegd had. Gaat aan zijn leerlingen en aan Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult ge Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.” De vrouwen gingen naar buiten en vluchten weg van het graf, want schrik en ontsteltenis hadden hen overweldigd. En uit vrees zeiden ze er niemand iets van.

OVERWEGING

Het was een prachtige uitspraak van een 99-jarige zuster, Missionaris in Afrika geweest, nu wonend in een ‘Wereldhuis’ in Boxtel met medezusters en met ouderen van allerlei culturele achtergronden…de presentator vroeg haar: “Zuster, ziet u er tegenop om dood te gaan?” De zuster antwoordde: “Nee, hoor, het is gewoon ‘overstappen’.  OVERSTAPPEN….

Nog nooit had ik zó tegen de dood aangekeken – tegen wat mensen-zonder-religie vaak noemen ‘overgaan’ of naar de ‘overkant gaan’, maar ‘overstappen’ was nieuw. En ik moest denken (en ik had er nog een paar) aan de jaren dat we treinden en met de bus reisden met een strippenkaart– De Nationale Strippenkaart was een vervoerbewijs dat van 8 mei 1980 tot 3 november 2011 gebruikt werd in het Nederlandse openbaar vervoer. We wisten allemaal hoe het werkte: langs de chauffeur of de automaat, een stempel en op een gegeven moment was ie vol…en je kon er ook mee overstappen…De woorden van deze zuster zetten aan het denken…natuurlijk is dood is iets verschrikkelijks, zeker als het plotseling is of veel te jong, zeker als je het leven met elkaar deelde en absoluut de ander niet kon en wilde missen – zelfs leeftijd is dan totaal niet belangrijk – maar misschien troost het wel dat ‘dood’ zelf niet géén grote vál is in een donkere ruimte, maar een overstappen van het ene leven in het andere -want natuurlijk is dat de grote vraag: waar is hij, zij nu ? Waar zijn onze geliefde doden? Wij blijven ze gedenken, ze nemen zo’n grote en belangrijke plaats in in ons hart. Zijn ze voorgoed uit ons leven verdwenen?  Het woord ‘voorgoed’ doet zo zéér…We zeggen: ze zijn ‘heengegaan’, ‘weggegaan’. Rutger Kopland, de in 2012 in Glimmen overleden dichter en psychiater, zegt in één van zijn gedichten: “weggaan is iets anders dan het huis uitsluipen, zacht de deur dichttrekken achter je bestaan en niet terugkeren. Je blijft iemand op wie wordt gewacht. Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven. Niemand neemt afscheid, want jullie gaan niet weg”

Zo voelt het zeker voor velen van ons: naast de lege verdrietige momenten, zijn er ook momenten dat we ze nog voelen…Ieder van ons die iemand heel nabij verloor, kan dat bevestigen: ze zijn niet écht weg…ze zijn overgestapt en reizen met ons mee, al is het dan op afstand….we hebben niet alleen foto’s, maar ook verhalen en zinnetjes in ons hoofd, we hebben herinneringen die ons een steek geven in ons hart, waarbij we volschieten, moeten huilen, eigenlijk nog boos worden om het feit dat ze er niet meer bij zijn in ons leven van alledag. Allerzielen van het jaar 2020…het werd een jaar van afstand…. En als je iemand verloor, dan is die afstand bijna nog schrijnender dan ooit, omdat ook je allerliefsten naast je nog op afstand moeten blijven…zo ongewild, zo pijnlijk. Maar…..er zijn ook hele troostende gedachten die helpen, die verzachten. De prachtige tekst uit het laatste Bijbelboek van de Openbaring van Johannes schetst dat beeld: Johannes zag vóór zich waarnaar ze waren overgestapt: een nieuwe hemel, een nieuwe aarde waar geen tranen meer zijn, de pijn voorbij…alles is er nieuw – en Hij God, is er God-met-ons….wat willen we nog méér? De pijn die we kennen van het verlies ervaren ook de vrouwen aan Jezus’graf, in het evangelieverhaal: de grote schrik dat iemand weg is, weg….de leegte van het lege graf, het ongeloof, schrik, misschien wel boosheid omdat dit je overkomt en niemand dit heeft gewild…

Hoe pijnlijk dat de dood bestaat… zeker als je er nog lang niet aan toe was…soms zuchten we ook en zeggen we: hoe goed dat de dood bevrijdt…als iemand niet meer kan, niet meer wil, aan het einde van krachten is en voelt dat het einde nadert…de kans krijgt afscheid te nemen – dan is er ook bevrijding…. en het vertrouwen dat iemand zal opvangen als de ander uit de trein stapt in dat nieuwe leven. Overstappen…nee, je hoeft niet bang te zijn – er is een God die meereist, die ons kent en die ons opvangt…en die onze God is, onze Alfa en Omega, ons begin en einde…. Nee, van ons hadden ze de stap nog niet hoeven zetten, de reis nog niet hoeven aanvaarden, lang niet, maar….Nu het zo is, gunnen we hen nieuw leven, zonder pijn en angst, zonder zorg en zeer…een leven dáár waar God is, waar vrede is en liefde – voor eens en voorgoed. Amen.

NHS