Preek 5 december 2021

Preek 2e Zondag Advent C – 5 december 2021

Baruch 5,1-9; Filippenzen 1,3-6.8-11; Lucas 3, 1-6                      hamer

Het gonst nu elke dag door onze nieuwsberichten en politieke debatten heen: gebruik nu toch de hamer, sla wat harder op het pakket maatregelen – dan maar met harde hand, want dan zijn we er ook doorheen straks. De tijd van voorzichtig, ‘even kijken’ en eerst uitproberen is voorbij – zo zeggen ook de virologen, de medici, zelfs sommige ondernemers, want ‘t is zomaar niet over!

Geef er maar een klap op, dan schrikken we even, maar dat komt wel weer goed. Stevige woorden…deze donkere dagen voor kerstmis!

Natuurlijk is dat niet alleen maar in dit coronajaar het geval: vaker gebruiken we de verschillende uitdrukkingen: “zachte heelmeesters…” maar ook die andere kant: “van dik hout zaagt men planken’ en we kennen ook de “olifant in de porseleinkast” – hoe hard, hoe zacht kun je zijn? In dit jaar 2021 merken velen: de zachte aanpak werkt niet – dan maar even de vuist gebruiken –

Of we de kindertoeslagenaffaire noemen, het klimaatprobleem of het afhandelen van de aardbevingsschade – Hoe zet je grote stappen?    

Op deze tweede Adventszondag komen we in de evangelielezing Johannes de Doper tegen, de voorloper en familie van Jezus, – zoon van Zacharias en Elisabeth. En nee, die was niet zo van het ‘halfzachte’… Johannes de Doper was wat zonderling – eigenlijk een vreemde vogel met een profetische boodschap, Hij zegt: “Bereid de weg van de Heer. Graaf heuvels af en maak ruwe wegen effen.”

Dat klinkt indrukwekkend: aan een hamer heb je niet genoeg om wegen recht te trekken, bergen en heuvels af te graven. Iets voor een aannemer? In een Frans religieus tijdschrift noemde eens een theoloog Johannes de Doper “Jean le Bulldozer”, in ‘t Nederlands Jan de Bulldozer of Bob De Bouwer.

Het evangelie vandaag begint merkwaardig: het optreden van Johannes de Doper wordt in de geschiedenis geplaatst en Lucas de evangelist noemt naam en toenaam van politieke en religieuze leiders: allemaal VIP’s: keizer Tiberius, zijn landvoogd Pontius Pilatus, de gouverneurs Herodes, Filippus, Trachonitis en Lysanias en de hogepriesters Annas en Kajafas. En dan, in dat rijtje van dit voorname gezelschap zomaar iemand zonder titel, die helemaal niets te verliezen heeft en er helemaal niet bij past: Johannes de Doper, een rebel, geen diplomaat. Terwijl de hoge pieten (om maar in stijl van 5 december te blijven), op macht belust zijn en jaloers om van alles en nog wat, het voor het zeggen hadden in het maatschappelijke en godsdienstige leven, was Johannes helemaal niet bang voor hen: ergens aan de rand van de woestijn gebruikt hij die harde hand om deze mensen op hun nummer te zetten. Met een kort woord en vol vuur verkondigt hij zijn eigen innerlijke overtuiging. Het kostte hem later letterlijk zijn kop. Tegen iedereen zei hij dat het nu tijd was om zich te bekeren, anders te gaan leven, en ook zo vlug mogelijk. Nee, geen zachte lieve woorden. Later is gebleken hoe daarmee iets definitief-nieuws op gang is gekomen. Een beweging die mensen oproept plaats te maken voor God en dus ánders met elkaar om te gaan. Om zijn boodschap kracht bij te zetten, spreekt hij woorden van de profeet Jesaja uit: Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden... Want God komt. En als je God in je leven láát komen, kom je vanzelf in beweging naar anderen toe. Iedere kloof zal worden gedicht, zegt Johannes, elke berg en heuvel worden geslecht. Oké… wat zijn die kloven en oneffenheden die ons afhouden van God? De echte obstakels en grote keien zitten altijd in onszelf – of dat nu angst is, gebrek aan zelfvertrouwen of het- ieder-voor-zich is, of onze onverschilligheid naar de ander, onze hebberigheid –  en we zien het resultaat: de kloof tussen rijk en arm wordt écht nog steeds groter, wereldwijd en ook dit Sinterklaasweekend… en niemand grijpt in met een harde hamer of met een bulldozer.

Johannes slaat met de vuist op tafel: Pak het anders aan: word mensen met een nieuwe visie! Ommekeer is altijd mogelijk!

Zowel de profeet Baruch, de eerste lezing, als Paulus aan de gelovigen van Filippi in de tweede lezing riepen al eerder om die omkeer…een nieuwe start – wel wat zachter dan Sint Jan de Doper, maar toch.

Het is pas tweede zondag Advent: we kunnen nog aan de slag – er is een hoge berg van ongeloof en ongeduld die tussen God en ons, mensen in staat –

De advent is dé tijd om die berg af te graven en om rust te vinden en oog te krijgen voor wat God ons te zeggen en te bieden heeft.

En ja, God slaat indirect wel met de vuist op tafel – maar als u deze hamer goed gezien hebt: het is ook rubber, geen staal….

Het komt dus ook weer niet zó hard aan als het lijkt….

Zo is het ook met profetenwoorden: ze lijken keihard en radicaal, maar uiteindelijk zijn ze zacht bedoeld – uit grote liefde voor ons eigen behoud. Amen.

Kaars: 

Advent is meer dan de bezorgdheid om een mooi feest te   hebben. Advent is de voorbereidingstijd op de komst van dat kind dat de wereld zal verbazen. En die advent eindigt niet gewoon als alle vier kaarsen op de adventskrans branden of omdat de lichtjes van de kerstboom branden. Neen, heel ons leven, is eigenlijk als een steeds voortdurende advent. Een periode van verwachting en van voorbereiding op wat komen gaat.

Het is doen wat we kunnen om het licht dat nu in ons leven misschien nog maar een klein vlammetje is, als een groot licht te laten schijnen. Voor zoveel licht in onze duisternis, ontsteken we vandaag de tweede kaars van de adventskrans.