Lees hier de preek van 9 oktober 2022

PREEK 28e zondag door het jaar C – 8-9 oktober 2022

2 Koningen 5, 14-17; 2 Timotheüs 2, 8-13; Lucas 17, 11-19   Missiezondag

Het lijkt heel gewoon maar eigenlijk is het best bijzonder hoe mensen, ondanks alle individualisme en materialisme, wereldwijd in crisistijd toch weer saamhorig en solidair zijn. Dat waren we in coronatijd, met de zieken, met de zorgmedewerkers, dat waren we aan het begin van de Oekraïne-oorlog dit jaar en ook nu vinden allerlei acties plaats van mensen die elkaar willen helpen bij veel te hoge energie- en boodschappenkosten. Solidariteit. En ieder die iets ergs meemaakt of heeft meegemaakt, snapt hoe belangrijk die solidariteit is.

Ooit ontving ik ééns van iemand dit beeldje van Afrikaanse mensen/kinderen in een kring. Daar is dit heel gewoon. En ondanks het journaalbericht dat de ‘goede doelen’ dit jaar minder ontvangen, merken we dat mensen wel degelijk omzien naar elkaar. In de oktobermaand is het gewoonte dat onze kerken minstens één weekend aandacht besteden aan Missie, Wereldmissiedag voor de kinderen, Missiezondag – en het is waar: door alle perikelen in ons eigen land en de oorlog in Oekraïne, hadden we de handen vol aan onszelf en waren we veel minder bezig met de armste gebieden van onze aarde zoals in Afrika …

Toch – met de schriftlezing(en) maak ik met u vandaag via Missio Nederland een uitstapje naar Kibera, de grootste sloppenwijk in Nairobi, de hoofdstad van Kenia. Wat we van hen weten is dat daarop maar 6% oppervlakte van die wereldstad Nairobi ½ miljoen mensen leeft, één-vijfde van de huizen heeft stroom; drinkwater moet gehaald worden. Hygiëne is een groot probleem.

Heel anders dan de dreigende energie-armoede in Nederland is daar volop ellende en uitzichtloosheid maar er is ook een andere kant: saamhorigheid, elkaar helpen waar het nodig is. Natuurlijk hebben wij hen in het verleden geholpen en zijn ze wel dankbaar … Maar waar zij het echt op volhouden, waar zij echt ‘energie van krijgen’ en van genezen, is niet die dankbaarheid maar die saamhorigheid. In de beide schriftlezingen vandaag horen we over huidziekte, lepra, melaatsheid – en dat is niet alleen een akelige ziekte omdat het jeukt, je er niet uitziet, maar het is ook een ziekte die eenzaam maakt: je bent besmettelijk, je kunt anderen ziek maken en mensen griezelen van je als ze je zien.

Het is duidelijk dat vandaag de Bijbelverhalen vandaag voorbeeldverhalen zijn: – en het is ook niet toevallig dat ze allebei afspelen in grensgebied.

Zieke mensen en grensgangers zijn vandaag in de hoofdrol. Die horen n.l. nergens bij en zien dáárdoor wat echt van waarde is. De verhalen leren ons veel voor onze tijd: Rondom ons zijn immers inmiddels ook heel veel vreemdelingen neergestreken – we kennen hun verhalen niet, zij kennen niet onze taal -maar ze zijn niet zomaar gevlucht. Ze hebben vaak nog de grond onder hun voeten van het land waar ze vandaan komen. Kostbare grond, het ruikt en voelt als thuis.  Daarom is die eerste lezing ook interessant want als die Syrische generaal Naäman een huidziekte heeft, eenzaam is en tegen wil en dank genezen is,  zegt hij: ‘Nu weet ik dat er in Israël een God is, en nergens anders op aarde’, zegt hij. Hij past weer in de kring. Een Syriër, een grensganger, die met meerdere godsdiensten te maken heeft. Misschien lachen we om die vracht aarde die deze Naäman uit Israël naar Damascus wil meeslepen. Maar wat doen wij als wij als pelgrims en vakantiegangers de herinnering willen bewaren aan sterke plaatsen?

Het evangelie vertelt ons over die ene Samaritaan die Jezus komt danken. Maar het gaat vandaag niet om dankbaarheid: het gaat veel meer over het feit dat vreemdelingen en onbekenden, net als wij, kinderen van God zijn, broers en zussen, dat we bij elkaar horen. Het gaat om het besef dat mensen in Nairobi ook onze broers en zussen zijn net als de Oekraïners, de Afghanen en mensen uit het Midden-Oosten, vaak uit grensgebieden, die wachten in Nederland op onderdak en verblijf. Natuurlijk is er ziekte en tegenslag maar echt geluk heeft eerst altijd betrekking op onze verhouding met God en de naasten. Als je het zwaar hebt, veel meemaakt, dan is vooral de vraag: Vormen we een kring?

Ook in onze tijd zijn veel mensen ziek – soms nog moe van twee jaar covid, soms getroffen door de ziekten van onze tijd. En genezing kun je niet afdwingen maar er ligt altijd een uitdaging om elkaar nabij te zijn, solidair te zijn. Het bijzondere is dat we juist van landen en volken èlders leren, dat, als je gelooft God met ons meegaat en letterlijk: de grond is van ons bestaan, dat dát al geluk is. Niemand hoeft alleen te zijn, als er maar één is die naar ons omziet en terugkomt. Amen.