Lees hier de overweging van 28 augustus 2022
PREEK 22e zondag door het jaar C – 28 augustus 2022
Jezus Sirach 3, 17-18.20.28-29; Hebreeën 1, 18-19.22-24a; Lucas 14, 1.7-14
Een prachtige uitspraak van Albert Einstein, de Duits-Zwitserse natuurkundige, Joodse geleerde uit de 19e -20e eeuw… Je hoeft de wereld niet te begrijpen, je moet alleen je plaats erin weten te vinden.
Het trof me wel die uitspraak – temeer omdat we op dit moment met zoveel zorgen te maken hebben als het gaat om een plaats op aarde… je plaats weten – niet alleen de mensen in de tentenkampen en onder dekens bij Ter Apel, maar sowieso al die mensen die zich als vluchteling wereldwijd verplaatsen om maar ergens welkom te zijn – zij willen hun plaats wel weten: waar mag je leven, liggen, wonen, blijven, verder met je bestaan? Maar ook de velen die wachten op een plekje in een zorginstelling of een verpleeghuis, de studenten die een kamer zoeken, de agrariërs die graag op hun eigen plek bedrijf willen voeren en boer willen zijn. Hoezeer hechten wij mensen aan een eigen plekje, al is het maar in de kerk hier. Als we iets leren van de lezingen deze zondag, dan is het wel dat niet macht en aanzien, niet rijkdom en hèbben zouden kunnen bepalen welke plaats de mens inneemt, want als ieder de lekkerste of belangrijkste plaats reserveert (zo, die is van mij!) dan zou je altijd kunnen terugvallen naar minder – misschien zelfs moeten beginnen bij áf… bij de laagste tree, de onderste sport van de ladder, nee, bepalend voor je plaats op aarde is eerst veiligheid, vertrouwdheid, rust, thuis… Alle lezingen vandaag gaan hierbij over nederigheid – in het latijn ‘humilitas’ genoemd, en daar zit het woord humus, ‘aarde’, ‘grond’, in. Dicht bij de grond blijven. Niet een populair onderwerp om over te praten, uiteraard. Maar we kennen ze: de bordjes GERESERVEERD die je overal treft: in theaters en restaurants, bij lezingen en in de trein (als ie rijdt!) – parkeerplaatsen en soms zelfs bij de dokter… en hoe vervelend is het als je ziet dat je ergens niet mag zitten, terwijl er officieel nog niemand zit, dat je niet mag komen, terwijl je niemand in de weg staat. Als dat bordje er staat, dan betekent dat letterlijk en figuurlijk: “voor jou even niet” – wie vindt dat leuk? Soms, soms is dit ‘nee’ misschien ook wel goed voor onze nederigheid. Immers – we leven in een westerse wereld waarin ‘nee’ niet meer bestaat – en ieder van ons weet ook hoe vreselijk het is voor mensen als ze glashard ‘nee’ krijgen terwijl ze niets hebben of kunnen zonder een ‘ja’. Voor velen betekent dat woord gereserveerd soms ook: ‘einde verhaal’- en dat is erg. Waarom zij wel en zij niet?
De aarde, de humus, is toch voor iedereen. Het is toch niet speciaal ónze aarde, hij was toch van God? Wie wat langer leeft, die weet ook dat, met een beroep op nederigheid, heel wat mensen zijn klein gehouden, dat hen werd verboden om blij te zijn met dingen die ze goed hadden gedaan en dat alle pogingen om aandacht te trekken, wat je soms even nodig had, de kop in werden gedrukt.
Nee, de wereld is niet te begrijpen soms, ook nu niet.
Zowel bij de Oudtestamentische wijsheid in het boek Jezus Sirach áls in de Hebreeënbrief áls in het evangelie, voelen we dat niet alles zomaar voor óns is, dat er ook gereserveerd kan zijn voor anderen. Dat maakt ons minstens een klein beetje nederiger en socialer. Immers, soms horen en kunnen we prima op een wat hogere plaats, maar laten we eerst wachten tot wij daartoe worden uitgenodigd. Echte bescheidenheid/nederigheid betekent dat de verschillen die er wij hier op aarde zien, niet de verschillen zijn voor God. Natuurlijk zijn we niet allemaal gelijk maar belangrijk is om verschillen niet hoger of lager te achten, zoals we dat kennen van vroeger van de herenboeren en de knechten en eerder nog van de slavernij. Ooit was je portemonnee en je afkomst bepalend voor of je op een gereserveerde plaats kon zijn of niet. Fundamenteel – in de grond dus – zijn we allemaal gelijk en nooit méér dan wie ook: immers: álles hebben we van God gekregen, en daarom hebben we bij God nooit méér rechten dan anderen. Het gaat pas mis als we denken dat wij bij God iets vóór zouden hebben en ons plekje kunnen reserveren. Hij zei het mooi, Albert Einstein: Je hoeft de wereld niet te begrijpen, je moet alleen je plaats erin weten te vinden.
Nee, zelfs Jezus begreep de wereld niet, daarom draait Hij de mensenwet om: wie zichzelf verheft, zal vernederd, wie zichzelf vernedert, zal verheven worden. Hopelijk zorgt dat voor wat méér recht en levensgeluk in de wereld. Amen.