Lees hier de overweging van 21 augustus 2022

PREEK  21e zondag door het jaar C – 20 en 21 augustus 2022

Jesaja 66, 18-21; Hebreeën 12, 5-7.11-13; Lucas 13, 22-30

Deze zomer van 2022 is er veel, heel veel sport op t.v. of de radio, waar u maar van houdt. Nu is er nog atletiek, er was zwemmen, als u van wielrennen houdt: de Ronde van Spanje, de Vuelta startte in Utrecht, er was deze zomer EK vrouwenvoetbal, de Tour, Wimbledon – en inmiddels is de voetbalcompetitie weer begonnen…  We kunnen niet zeggen dat er na coronatijd niet kwistig met energie en inspanningen is omgesprongen, nou nou. Bewegen en sport bleken de afgelopen 2 coronajaren sowieso populair, de stappentellers waren niet aan te slepen. Lichamelijke inspanning. Mooi om te doen, mooi om te kijken.

Sowieso mooi voor de liefhebbers, die óf thuis of op de camping hun favoriete wedstrijden kunnen volgen, maar ook voor wie alleen thuis zijn en graag iets van activiteit op de buis zien, als de familie en de buurt weg is voor vakantie– mooie afleiding. Maar misschien is sport, niet alleen passief maar ook actief, ook nog wel wat méér…. Voor mensen die moeten bewegen is het goed voor hun gezondheid, tegen overgewicht of voor herstel, daarom is als horloge of op je telefoon zo’n stappenteller een prachtig ding. Het is inspanning die beloont, zou je kunnen zeggen. Bovendien verbroedert sport – clubs en supporters zijn vaak één familie, als het goed is. En ja, supporters blijven hun club trouw, ook als die club niet eens zo goed presteert.

Wat misschien het meest bijzondere aan sport is, is dat iedereen zijn best doet om op het podium te komen, dat iedereen strijdt om goud, de rode trui – al weten de meesten dat ze ‘t nooit zullen halen, hoogstens een beetje roem.

Sport is inspanning – en dat is in de lezingen vandaag het hoofdwoord. Inspanning om christen te zijn, om bij de club van Jezus te horen, inspanning om goed te doen, inspanning ook om – met het beeld van Jesaja – met elkaar op te trekken naar de heilige berg in Jeruzalem om in de tempel van de Heer offers aan te bieden. Inspanning om door de deur naar binnen te komen, de brede of de nauwe. Maar… hoeveel stappen moet je zetten om het te redden in het leven en met God? Dat is de hamvraag aan het begin van het evangelie: De leerlingen vroegen: ‘Heer, zijn het er weinig die gered worden?’ We zijn benieuwd naar het antwoord van Jezus. Is Jezus een optimist of een pessimist? ‘Zijn het er weinig die gered worden?’ Er is iets angstigs in deze vraag. Misschien wil men zeggen: ‘Als ik zie hoe weinig de meeste mensen van de Joodse wet afweten, als ik afga op het kleine groepje mensen dat op sabbat naar de synagoge komt, als ik zie hoe mensen vooral met zichzelf bezig zijn en met hun eigen belangen, dan zullen het er misschien maar weinig zijn.’ Het lijkt de conclusie van parochiebesturen in onze tijd: klinkt bekend. Iedereen zegt: ‘Er komen nauwelijks vrijwilligers bij in onze kerk. Mensen hebben het druk. Men weet weinig meer over Bijbel, liturgie en kerk. Hoe komt het allemaal?’ Hoeveel stappen moet je zetten om dóór te kunnen? Jezus’ antwoord is terughoudend…

Ook wat streng…Hij zegt inderdaad: we halen niet allemaal goud en de hoofdprijs – alles, alles in het leven staat of valt met inspanning, met de stappen die je zet. En natuurlijk, als je niet makkelijk meer loopt, heeft zo’n stappenteller geen zin. Maar het gaat immers niet om het aantal stappen, het gaat om het doel dat je stelt en wat je ervoor over hebt.

Het hele leven bestaat uit stappen: en zowel de asielcrisis als de stikstofcrisis als de koopkracht- en energiecrisis en zelfs de oorlogen kunnen alleen maar opgelost met de goede stappen naar het doel. ‘Er zijn laatsten die eersten en eersten die laatsten zullen zijn.’ Nee, God denkt niet in kopposities en in groene, rode of bolletjestruien – voor God is inspanning belangrijk – wie je ook bent, hoe jong, hoe oud, welke achtergrond je ook hebt. Met alles wat er speelt deze zomerweken, is het bij God nooit de mens die de criteria bepaalt wie binnen kan door de deur. Jezus volgen vraagt inspanning, stappen, volhouden en doorgaan, geloof, ook al win je niet en word je er zelfs niet beter van. Nee, in de lezingen lijkt God erg streng – een huisvader die ons buiten laat staan – maar dat heeft vooral te maken met onze houding: voorkruipen en je beter voelen – nee- dat wordt niet beloond. Binnengaan in dat koninkrijk van God, gelukkig zijn en de wereld beter maken, dat gaat alleen maar lukken met liefde, liefde voor de medemens, inspanning voor de ander en de wereld. Genoeg stappen te zetten!

Amen.