Lees hier de overweging van 11 september 2022
PREEK 24e zondag door het jaar C – 11 september 2022
Exodus 32, 7-11.13-14; 1 Timotheüs 1, 12-17; Lucas 15, 1-10
Ik weet niet of u ze ook wel eens in de brievenbus of op de app krijgt: zo’n berichtje dat er een poes of een kat uit het dorp zoek is – hebt u, heb jij hem ergens gezien? Of een berichtje van iemand in de buurt die zijn of haar telefoon kwijt is of iets anders waardevols? Al staat het soms ver van je af, je zoekt toch even mee.
Zoeken en vinden – soms met een zaklamp, een vergrootglas, heel soms zelfs met een magneet om iets uit het water of uit het gras op te diepen… het gebeurt. Kwijt zijn, zoeken en vinden… is iets van alle tijden. Toch geeft zoeken onrust en zet het aan het denken –wanneer je zelf iets belangrijks kwijt bent – je sleutels, je telefoon, of… veel erger: IEMAND kwijt bent uit je gezichtsveld, je omgeving. In een wereld met zóveel mensen, 8 miljard aan het einde van 2022, lopen mensen verloren… dat zien we in Ter Apel, waar ‘losse mensen’ de nacht proberen door te brengen, waar minderjarigen proberen een nieuwe toekomst te vinden, waar mensen heil zoeken dat ze elders niet vonden. Ook dat is iets uit alle tijden… Mensen zoeken elkaar, zoeken iets dat ze missen of nodig hebben.
Het bijzondere is: als je iets kwijt bent, is iets niet compleet – mis je iets, is er een soort gat gevallen – of dat een familielid een huisdier of een belangrijk ‘ding’ is – en je wilt eigenlijk niets liever dan het ‘herstellen’ ‘repareren’.
Daar precies gaan vandaag de schriftlezingen over… een geheel weer tot een geheel maken, ‘repareren, relaties herstellen…’
Dat klínkt makkelijker dan het is: een knoop aannaaien of een schroefje aandraaien gaat eenvoudig – maar aan de Oekraïne-oorlog en aan de scherpe verhoudingen tussen Oost en West op dit moment, zien we dat ‘repareren’ van politieke verhoudingen bijna onbegonnen werk is –anderzijds zien we bij een verlies zoals nu van de Britse koningin, dat de scherpe kantjes even vergeten worden en zowel haar gezin als het Engelse volk één is. Repareren … bij een bruiloft, een geboorte, een ziekbed, dan herstellen soms dingen zich vanzelf.
Aan alle lezingen vandaag zien we dat “God daar wel van is” van ’t herstellen. In het boek Exodus dreigt het volk na veel heftige gebeurtenissen helemaal ‘zich los te maken van God’… Ook al waren ze door de Rode Zee geholpen, ook al had Mozes hen gesteund en bemoedigd, waren ze vrij geworden van slavernij – onder leiding van Aäron wilden ze toch een eigen God, het gouden kalf. Onder het mom van: wat heb je aan een God die je niet ziet en hoort? Wat heb je aan vrijheid als je honger hebt? Wat is een beloofd land als je het rijke Egypte met zijn vleespotten hebt verlaten? En eigenlijk lijkt God ook wel klaar te zijn met hen. Graag of niet…zouden wij zeggen… maar Mozes beweegt hemel en aarde én God zelf om de verhouding te herstellen en om God aan Zijn belofte te herinneren dat Hij het volk toekomst zou geven…
Mozes smeekt God, het volk een tweede kans te geven en zo gebeurt het…
God is ten diepste niet van het weggooien maar van het repareren…
Belangrijk ook voor ons nu: er is veel te herstellen aan de mensheid, aan het klimaat, aan de regering en het beleid, en eerlijk is eerlijk: we zijn ‘bij al deze crisissen van dit jaar wel een beetje kwijt… het is echt zoeken nu!
In de evangelielezing – het stuk dat voorafgaat aan de parabel van de verloren zoon- gaat het dan ook alleen maar over zoeken en vinden…
De God die wij in deze soms harde maatschappij tegenkomen, is wel degelijk een God met dopsleutel en waterpomptang, een God met naald en draad, die altijd bereid is en barmhartig genoeg om de relatie met de mens te herstellen mits er ook goodwill is, bereidheid om eigenbelang los te laten, mits er ook vertrouwen is… De parabels die wij hoorden, gaan over een herder en over een vrouw – twee prototypes van mensen die zorgzaam zijn, die het gezin en de kudde bij elkaar willen houden, die altijd zullen zoeken en vinden tot het zo mogelijk weer goed is. We kennen allemaal het prachtige beeld van de Goede Herder die vol vertrouwen de 99 schapen even achterlaat om het ene te zoeken- en die dan niet roept: ‘het is je eigen schuld’ of ‘zoek het maar uit’, die ook niet het economisch belang van de 99 laat gelden, maar die zegt: ondanks alles, jij hoort erbij, kom terug, kom thuis, je bent mijn kind. De vrouw moest letterlijk door het stof om haar zilverstuk terug te vinden, maar ze doet het. God gaat voor repareren, herstellen, voor de heelheid van de aarde, van de mens, Als we van Gods goedheid en barmhartigheid iets begrijpen, dan is het wel dat voor God niet alleen de aarde onbetaalbaar is en kostbaar, maar ook het geluk van elke mens. En die Gód, die hoeven we niet te zoeken, die ís er gewoon. Amen.