Kluizenaar?
Een ‘kluizenaar’, wat ís dat? Met deze vraag voor ogen bezochten zeven kinderen uit locatie Uithuizen en drie begeleiders de kluis van pater Hugo Beuker. De kinderen ontvingen half mei voor het eerst de H. Communie en groot is het verlangen bij zowel de meeste kinderen zelf als bij hun ouders/verzorgers om dit aangename groepje nu niet te laten vallen. Het bezoekje aan de kluis was de eerste bijeenkomst.
Hugo woont inmiddels al meer dan twintig jaar in het kerkje van Warfhuizen. Hij legde in eenvoudige taal uit dat monniken bidden belangrijk vinden en hiervoor graag in groepjes wonen, in een klooster. Een kluizenaar is ook een monnik, maar woont het liefst in afzondering. Monniken en kluizenaars bouwen hun dagorde op de vaste tijden van gebed. De rest van de tijd wordt vooral doorgebracht met studie en uiteraard met praktische zaken. Ook een kluizenaar moet immers eten en woont het liefst in een schone omgeving.
In het kapelletje staat een groot Mariabeeld omdat Maria de moeder van Jezus is en omdat veel ouders komen om te bidden voor hun kinderen.
De kinderen luisterden aandachtig en mochten ook vragen stellen, eerst in de kapelruimte en toen in de sacristie. Hun vragen vestigden zich vooral op het zichtbare. Pater Hugo legde de diepere betekenis uit.
‘Waarom hangen er zoveel hartjes aan de muur?’ Er hangen niet alleen hartjes hangen, maar ook armpjes, beentjes, oogjes en huisdiertjes. De voorwerpen worden door mensen opgehangen als hun gebed is verhoord.
‘Wat zit achter al die glaasjes?’ Relikwieën zijn iets van heiligen. Sommigen zijn al eeuwenlang dood, maar ze blijven onze vrienden.
‘Waarom heeft u zo’n bijzonder kleed aan?’ Al honderden jaren dragen monniken en kluizenaars een habijt. Wie een habijt draagt, hoeft zich niet elke dag de vraag te stellen: wat zal ik nú weer aantrekken?
‘Wat zit achter dit deurtje?’ De vraagsteller mocht het met mooie motieven beschilderde deurtje openen en keek teleurgesteld toen daar de zekeringen zaten van de elektriciteit. Ook de strijkplank paste er nog precies in.
Het bezoekje duurde ongeveer een uur. In het kapelletje maakten we een foto. De kinderen zongen ‘God is een kunstenaar’ – het lievelingsliedje van hun voorbereiding op de eerste Communie – en we baden een Onze Vader en een Weesgegroetje. Tenslotte werd pater Hugo gevraagd een zegen uit te spreken.
Toen de auto’s met de kinderen terugreden en ik alleen met Hugo achterbleef, had ik spijt zodra ik hem mijn vraag stelde: ‘Mag ik ook een foto van jou maken?’ Er zijn al zoveel foto’s van hem, terwijl een kluizenaar juist niets liever doet dan buiten beeld blijven. Geen toeristische attractie worden, maar een teruggetrokken leven. Het gaat om het innerlijke, om de werkelijkheid die niet te filmen, maar des te werkelijker. Ik besloot meteen het niet te doen. Het onzichtbare is het wezenlijke voor een spiritueel mens.
Terug in Uithuizen werden we verwelkomd in Gezinshuis Margriet. De kids maakten kunstige buitelingen op een trampoline en iedereen kreeg een patatje met frikandel.
Tot onze verrassing, kregen Maya en ik elk een glazen stolp met twee mooie vetplantjes en een melkpakvormig karton waarop staat: ‘Jij verdient een dikke knuffel – cake’. Dit uit dankbaarheid voor onze catechese inzet. Daar worden we stil van, want we vonden het beiden inspirerend.
Pastor Dorus Wubbels