Johannieter Kloosters

In de Petrus en Pauluskerk in Usquert is tot en met 27 september een expositie te zien over de Johannieter Kloosters in het Noorden. 

De Johannieter kloosterorde werd in de 11e eeuw opgericht in Jeruzalem. Toen de Kruisvaarders in 1099 Jeruzalem veroverden, bestond daar een hospitaal dat enkele jaren eerder door een broederschap van (waarschijnlijk) kooplieden uit Italië was gesticht. Hun patroonheilige was Johannes de Doper. De lekenbroeders droegen in de 12e eeuw zwarte mantels met een wit kruis op de linker borstzijde, net als vandaag de dag. 

De kloosterlingen legden zich aanvankelijk toe op de verzorging van zieken en gewonden die op bezoek waren in het Heilige Land. Het beschermen en verplegen van pelgrims werd de hoofdtaak van de orde. De hospitaalorde ontwikkelde zich gaandeweg tot een ridderorde. In het Heilige Land werden steeds meer steden en vestigingen gesticht die men ging verdedigen tegen de steeds sterker oprukkende moslims.

In de Friese landen, van het Ijsselmeer tot aan de rivier de Wezer in Duitsland, waren er ten tijde van de Middeleeuwen 24 Johannieter Kloosters (ook wel commanderijen genoemd). Daaronder ook een klooster bij Usquert.  Deze Johannieter Commanderij van Wijtwerd werd gesticht in 1217.  De commanderij bezat in de stad Groningen een refugium, een ordehuis. Die diende als schuilplaats en tevens als verblijf van waaruit men de wereldlijke belangen kon waarnemen. 

De commanderij Wijtwerd was een vrouwenklooster. De zusters hielden zich voornamelijk bezig met bidden en het lezen en zingen van de canonieke getijden. Het zwaardere werk in de huishouding en op het land werd uitgevoerd door personeel. 

Na de reformatie raakte het klooster in verval. De kloosterorde werd omgevormd tot een protestantse ridderorde met vergelijkbare doelstellingen. Op de plek van het klooster zijn twee boerderijen gebouwd. 

De Petrus en Pauluskerk in Usquert is elke dag open. Op deze plek woonden al vroeg christenen.
In de levensbeschrijving van onze patroonheilige de H. Liudger (742-809) wordt reeds over een kapel in Usquert gesproken. 
Bewaard gebleven visitatieverslagen boden veel gegevens voor de reizende expositie, die eerder te zien was in Duitsland en nu voor het eerst in Nederland.