Gezamenlijke uitdagingen

Al leefde Liudger vele eeuwen geleden en zou hij noord-Groningen niet terug kennen, toch lijkt onze werkelijkheid heel wat op die van hem.

  1. Er waren veel culturele weerstanden tegen het verhaal van Jezus. Die weerstanden zijn blijvend, want het evangelie gaat niet om gebruiken maar om een persoonlijk nieuw begin met Jezus.
  2. De tijd van Liudger was een van etnocentrisme van Franken, Friezen, Saksen en andere volkeren. Ook in onze dagen bestaat nationalisme, racisme, vreemdelingenangst en -haat.
  3. De wereld waarin Liudger opgroeide was niet star, maar dynamisch. Ook in onze tijd is bijna alles in economische, politieke en culturele verandering en beweging.
  4. Tot spijt van Liudger, liet Karel de Grote mensen kiezen tussen doop of zwaard. Nog steeds zien velen kerken als dwang, dreiging en angst.  
  5. Liudger werd onderricht door geleerde mensen. In onze maatschappij is niet alleen behoefte aan kennis en expertise, maar ook aan scholing in medemenselijkheid, ‘naastenliefde’.
  6. Liudger schreef geen verheerlijkte heiligenlevens van Gregorius en Bonifatius, maar gaf hun gedachten weer. Ook wij willen realistisch naar onszelf kijken als parochie van Liudger.
  7. Liudger was zowel monnik als missionaris, mens van inkeer en ontmoeting. Dit is ook onze werkelijkheid en uitdaging.
  8. Liudger liet alles achter om Christus te volgen, maar bleef ook familiemens. Ook wij schommelen tussen doopwater en bloedband.
  9. Liudger geloofde in apostolische eenvoud, gezamenlijk bezit en handenarbeid. De parochie van Liudger met haar gebouwen en inspirerende werkgroepen is ons erfgoed.
  10. Liudger had alleen zichzelf, hoopte dat het aansloeg en moest weer verder. Ook wij hebben alleen onszelf om te communiceren wat we wezenlijk vinden.

Vragen:

Liudger bouwde kerken op oude cultusplaatsen; wat vinden tijdgenoten aanstekelijk of aantrekkelijk?

Liudger geloofde niet in dwang maar in de kracht van het woord, in overredingskracht. Wat is onze boodschap als parochie van Liudger in noord-Groningen? Waartoe willen wij tijdgenoten overreden?