Lees hier de overweging van 9 juli 2023!
PREEK 14E zondag door het jaar A 6-7-8-9 juli 2023
Zacharia 9, 9-10; Romeinen 8, 9.11-13; Mattheüs 11, 25-30
U kent het vast nog wel al kom je het in ons land en in onze cultuur nauwelijks meer tegen: het oude JUK zoals we dat kennen van onze lastdieren, onze paarden. Ik heb het thuis nog net meegemaakt – een juk – en sommigen hebben het nog als nostalgie aan de muur hangen – maar deze kreeg ik ooit mee van de Filippijnen waar ik in 2007 een verhuisde Nederlandse familie opzocht. Daar lopen nog altijd lastdieren zoals ezels met karretjes door dorpen om de producten van het land naar hun huizen te brengen. Het weegt wel wat, zo’n juk -en als vandaag in de lezingen de profeet Zacharia God als koning aankondigt op een jonge ezel, in alle eenvoud, dan zien we het zó weer voor ons – Jezus die zelf het juk van het leven van onze schouders wil nemen. Het heeft alles met dragen en verdragen te maken – met dienstbaarheid.
Ik ken het juk nog van vóór het trekker-tijdperk – toen vroeger onze paarden de hooiwagen of de melkwagen trokken – en het verschil tussen paard en ezel is duidelijk: een paard loopt trots met zo’n juk, een ezel is kleiner, kwetsbaarder en torst echt zijn last – beide met juk, maar heel anders. In Bijbelverhalen worden paarden gekoppeld aan macht van koningen, keizers en generaals – met strijdwagens – ezels zijn daar te licht voor gebouwd maar moesten vooral gehoorzamen en zware lasten dragen.
In het Mattheüs-evangelie is het juk vandaag beeldspraak: er zijn nog altijd mensen in de wereld die een heel zwaar juk dragen – en dat zijn enerzijds de Afrikaanse moeders met emmers water op hun hoofd, of de sjouwende vluchtelingen in Syrië en Yemen die een veilige plek voor hun gezin zoeken en alles meenemen dat maar te dragen is – anderzijds wordt ook in ónze tijd en in óns gebied genoeg gesjouwd.
Wie gaat er niet onder lasten gebukt? Wie heeft er geen? Natuurlijk ieder draagt zijn eigen last, ieder huisje heeft zijn kruisje en je voelt vooral die van jezelf. En we zeggen in onze tijd ook vaak: ieder heeft ook zijn eigen krassen op de ziel, eigen trauma’s. Dat kan de last van het verleden zijn, dat af en toe toch als een pijn in je nek terugkomt, het kunnen dingen zijn die ons geestelijk storen waardoor onze gezondheid broos is en onze weerstand klein. Hoeveel mensen dragen een stille last mee van zorg om een partner, kinderen, of een diepe rouw om wie ze verloren? En wat kan het juk knellen door een ervaring die niemand begrijpt. Ontzettend veel mensen lopen bij de fysio of de psycholoog om die knellende last maar niet te voelen.
Het bijzondere van het evangelie van deze dag, is dat Jezus niet zegt: ”mens, til er niet zo zwaar aan!” maar Hij zegt: “kom maar… met alles wat je als zwaar juk ervaart”. Hij gebruikt zelfs het woord ‘rust’ dat wij in onze calvinistische opvoeding eigenlijk nauwelijks leerden: veel te weinig koppelen we ‘rust’ aan ons gelovig -zijn. Hoe belangrijk dat we niet alles even zwaar en gewichtig opnemen, maar onderscheid maken tussen het dringende en ‘t noodzakelijke; en hoe goed zou het zijn dat met de Romeinenbrief van Paulus gesproken, dat we ons niet laten beheersen door zelfgenoegzaamheid, maar door de Geest. Juist al die jukken die we dragen, hebben invloed op onze gemoedsrust, en een beetje rustpauze helpt alweer om nieuwe krachten op te slaan.
Soms zeggen mensen wel eens met een glimlach: “heb je wel meegekregen dat God rustte op de zevende dag van de Schepping?” Dag God ook een vrije dag had? Jezus zegt in dit bijzondere stukje evangelie dat hij die rust kan schenken, juist omdat hij niet met geweld optreedt. Hij zou later op een ezel Jeruzalem binnengaan, niet op een paard, maar een ezel om rust en eenvoud uit te stralen. Echte rust begint met eenvoud. Augustinus zei het heel mooi: “Als je groot wil zijn, begin met de geringste. Je wilt een hoog gebouw oprichten, denk dan eerst aan het fundament van de deemoed. Wie een fundament uitgraaft, moet zeer diep naar beneden afdalen” (Augustinus, Sermo 69,2).
Als wij ergens slijtplekken van hebben, pijn in de schouders, een zwaar juk aan ervaren, dan is dat vaak omdat we denken dat we krachtpatsers zijn: dat zijn we niet. Jezus manifesteert zich nederig en zachtmoedig, barmhartig en vredelievend. Echte wijsheid – zo zegt Hij – vind je vaak niet bij wie hoog te paard zit, de wetgeleerden, de groten, maar bij wie klein is gebleven, wie durft te sjouwen, kinderen, armen, eenvoudigen. Die snappen het. Als Jezus ons Zijn juk gunt, is Hij degene die ons ont-zorgt, lasten afneemt en zegt: mensenkind, zoek rust voor je ziel en maak je niet zo druk. “Mijn juk is zacht, mijn last is licht.” Een mooie gedachte voor de vakantietijd. Die komt eraan. Amen.