Lees hier de overweging van 26 maart 2023
PREEK 5e zondag 40 dagentijd A – LIUDGERDAG 25-26 maart 2023
Ezechiël 37, 12-14; Romeinen 8, 8-11; Johannes 11, 1-45
Misschien hebt u hem (buiten de kosters om) nog wel nooit van heel dichtbij gezien – maar zo’n olielamp heet in de katholieke traditie ‘een Godslamp’.
Als u ooit op vakantie was, misschien in het zuiden van Nederland of in een zuidelijk land waar de kerkdeuren openstaan, dan wordt je oog bijna altijd getrokken naar een rood lichtje dat dag en nacht brandt, de Godslamp.
Toen ik de laatste weken betrokken was bij de kinderen in Kloosterburen die zich voorbereiden op hun Eerste Communie volgende maand, legde ik hen uit wat een Godslamp is: het is het licht van God dat nóóit uitgaat.
Maar ja, toen een klein meisje vroeg: gaat die kaars dan nooit uit, moest ik het natuurlijk wel toegeven: ja, die kaars gaat wel uit – na negen dagen en nachten (‘noveenkaars’ novus =negen) gaat ie uit en doen we er zo snel mogelijk weer een nieuwe in. Eerlijk is eerlijk…kaarsen gaan uit, zoals levenslichtjes van mensen ook uitgaan – zie dat verhaal van Lazarus vandaag.
Deze zondag, deze vijfde zondag in de veertigdagentijd, hoorden we een sterk evangelie, zoals we dat de voorbije weken ook hoorden: vandaag wekt Jezus Lazarus op uit de dood. ‘Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven’, voegt Hij daaraan toe.
In alle Bijbelverhalen van deze weken op weg naar Pasen komt vaak en sterk in Jezus het geloof tot uiting dat het levenslicht van mensen blijft branden over de dood heen. Het is duidelijk dat al die verhalen in dezelfde richting wijzen.
Altijd gaat het om mensen in wie het licht schijnbaar is uitgegaan, die in het donker zaten, het niet begrepen, het niet geloofden, maar door ontmoeting met Jezus ‘de Godslamp’, de lamp van God, weer zagen branden.
De opwekking van Lazarus is een mooi verhaal. Het is het zevende en laatste teken, dat Jezus stelde in het evangelie van Johannes. Het verhaal is getekend door vriendschap, door vertrouwen en groot geloof. Jezus voelt mee met de rouw van Marta en Maria. Hij gaat tot aan het graf, vraagt om de steen weg te nemen en zegt met luide stem: “Lazarus, kom naar buiten Alsof de evangelist hier al bezig is om het verrijzenisverhaal van Jezus zelf te schrijven. Verrijzen.
Dit verhaal zou bijna op de Kerk van vandaag geschreven kunnen zijn.
Wij worden uitgenodigd om, zoals Jezus dat Lazarus vraagt, om op te staan en naar buiten te komen. Nee, de Kerk is niet dood, zeker niet, maar dit betekent niet dat de Kerk overal zo levend is als we willen. We zijn er al aan gewend, maar als we de cijfers landelijk horen, is het niet overbodig te zeggen dat ook de kerk in crisis is. Maar daarmee is het licht niet uit, integendeel.Jezus heeft de Kerk juist bedoeld als een verzameling van mensen die in deze wereld een teken kunnen zijn van verbondenheid van mensen met God en van mensen onderling. En zeker: de tijd verandert, de mensen veranderen. Het geloof van mensen verandert. Maar duidelijk is dat Kerk, gemeenschap, nodig is om de Godslamp in onze kerken brandend te houden. Een Duitse theoloog (Walter Kasper) zei onlangs nog ”Onze tijd is niet alleen een tijd van verandering, er is echt een grote omwenteling gaande in deze eeuw. De vraag is: Wat moet blijven en wat moet dringend aangepast, veranderd worden? De Kerk an-sich blijft steeds dezelfde: één heilige, katholieke en apostolische kerk. Maar diezelfde Kerk lijkt ook aan hervorming toe. Daarom ook dat er het afgelopen jaar aandacht was voor de voorbereiding op de synode later dit jaar: de bisschoppen van de wereld zullen samenkomen en hebben de parochies van de wereld gevraagd mee te denken over: hoe geven we het geloof dóór in 2023 en verder? Hoe kunnen we als christenen missionair zijn, missionaris zijn zoals de Heilige Liudger dat was in de 8e eeuw?
Er is eigenlijk maar één antwoord op, met onze blik in twee richtingen.
Enerzijds het woord van Jezus – zijn Paasboodschap – niet alleen doorvertellen maar ook laten zien: ópstaan en verder gaan (thema vandaag) – en anderzijds zorgen voor de wereld waarin wij leven met al zijn kansen en uitdagingen.
Hoofdtaak: Het licht brandend houden, de Godslamp brandend houden.
Vandaag is Liudgerdag… in 809 stierf hij, vandaag 1214 jaar geleden – en u ziet de ganzen … het verhaal van Liudger vertelt dat er in die tijd, 8e, 9e eeuw, voor de boeren gebrek aan water was – Liudger pakt daarop twee ganzen, stopt ze met de kop in de grond, ze verdwenen en kwamen verderop weer boven waar vervolgens een waterbron verscheen… een wonder… maar o zo actueel…en nodig…
Dat is dus onze missie, onze zending. Niet alleen maar zelf en als kerk overleven, maar de zorgen, de angsten en de pijn van de wereld aanpakken door te geloven dat, als ergens een licht uitgaat, ergens anders weer nieuw licht ontstaat en stevig brandt. . . Liudger hield vol omdat hij vast geloofde dat overal nieuwe lichtbronnen, nieuwe Godslampen zouden branden.
Hij stichtte kerken van Leens tot aan Farmsum, van Deventer tot Munster (D) en hij probeerde die twee kanten van de kerk in het licht te zetten.
Paus Franciscus belichtte dit onlangs nog: Een Kerk die geen eucharistie viert, is geen Kerk. Maar een Kerk die zich in de samenleving verbergt, is ook geen Kerk. Het breken van het brood dat we de kinderen van de eerste Communie proberen te leren, is niet alleen een handeling voor ín de kerk, maar ook voor daarbuiten. Door de Godslamp te laten branden in onze vijf gebouwen, getuigen wij van ons geloof in verrijzenis: Lazarus kwam uit het donker, Jezus stond op uit de dood en ook de kerk in deze 21e eeuw zal vast weer – anders dan voorheen – verrijzen – door vandaag al op te staan en verder te gaan.
Het licht, dat brandt wel – Gods – lamp, Gods licht. Amen.